Charleroi, stad van oude glorie en hippe flair
- 21 januari 2025
- Inspired
Versterkte stad en Belle Époque
Ons bezoek begint in de bovenstad op de Place du Manège, waar we het stadhuis en zijn art-deco belfort binnengaan. We banen ons een weg door een dikke rij mensen, want het geklasseerde gebouw wordt nog steeds gebruikt om de inwoners te bedienen. We stappen de grote marmeren hal binnen, de majestueuze trap bekleed met een dik rood tapijt. Bij collega Geoffrey merken we een zweem nostalgie – op deze plek stond hij, zoveel jaar geleden, met zijn kersverse bruid.
We komen uit op de pas gerenoveerde Place Vauban, voorheen Place Charles II, het historische hart van de stad die in 1666 opgericht werd. In de zomer zigzaggen kinderen tussen de waterstralen, maar de geest van de oorspronkelijke versterkte stad waart er nog duidelijk rond. Drie invloeden strijden hier om de macht: het stadhuis staat symbool voor de politiek, de Église Saint-Christophe voor de religie en Café des 8 heures voor het volk.
De Église Saint-Christophe heeft een Italiaans aandoende koepel, bezaaid met sterren. Het pronkstuk van de kerk is het koor: een indrukwekkend mozaïek dat de Apocalyps volgens Johannes voorstelt. Het kunstwerk beeldt het paradijs en de hel uit, en bestaat uit meer dan een miljoen stukjes gekleurd en met bladgoud bedekt glas – een knipoog naar de welvarende glasindustrie van weleer.
Een beetje verder, op de kruising van de Rue Tumelaire en de Boulevard de Fontaine, ontdekken we het maison dorée, een meesterwerk uit de art nouveau van eind 19de eeuw. Het huis dankt zijn naam aan de gouden muurschilderingen (sgraffito) op de gevel. Het prachtige Parc Reine Astrid, met de opmerkelijke paarse beuk en tien ginkgo’s, verbindt de bovenstad met de benedenstad.
Langs de oevers van de Samber
In de Rue de Montigny gaan we op zoek naar huisnummer 29, naar de eengezinswoning in art-decostijl van Marcel Leborgne. Deze architect speelde een cruciale rol bij het introduceren en verankeren van de modernistische architectuur in Charleroi, en drukte een blijvende stempel op het architecturale erfgoed van de stad.
Op de Place Verte staat Guust Flater ons op te wachten. Deze charmante stripheld brengt ons terug naar de glorietijd van Éditions Dupuis, het legendarische tijdschrift Robbedoes en de beroemde School van Marcinelle. Hier begonnen grootheden zoals Jijé, Franquin, Morris, Uderzo en Peyo hun carrière.
We dalen af naar de kades, langs Le Vecteur, een centrum voor alternatieve kunsten. Aan het atelier van brouwerij Manufacture Urbaine, komt de geur van hop ons tegemoet. Bierliefhebbers kunnen er tussen de vaten bier en zakken graan proeven van het heerlijke gerstenat.
Langs de kades van de Samber die recent verlaagd werden, is het zalig flaneren op de promenade langs het water. Voorbij Quai 10, een groot centrum gewijd aan beeldende kunsten, overspant de Placerelle de rivier – alsof we in Parijs zijn, bij de Pont des Arts. L’immeuble De Heug trekt onze aandacht, een modernistisch gebouw, opnieuw ontworpen door Marcel Leborgne, dit keer voor pianofabrikant De Heug. De zwart-witte gevel doet denken aan het toetsenbord van een piano.
Een centrum dat bruist van leven
Terug in de stad nemen we de Passage de la Bourse, een overdekte galerij gebouwd in de 19de eeuw, naar het voorbeeld van de Parijse overdekte galerijen. Ze werd recent gerestaureerd, en met haar bijzondere gebogen vorm komt ze uit op Rive Gauche, een winkel - centrum midden in de stad. Het is er altijd druk, voor Carolo’s is dit dé plek om af te spreken.
De drie gidsen nemen ons mee naar de kapel op de Place Saint-Fiacre en de Escalier des Rames – het laatste overblijfsel van de versterkte stad – en de Rue de Dampremy, een historische voetgangersstraat, waar we pauzeren voor de lunch. Onze collega’s vertellen honderduit: over de renovatie van de wijk, de sfeervolle kerstmarkt met zijn gastronomische eetkraampjes op de Place de la Digue. Op weg naar het station verbazen we ons over de verbluffende street art in de minder gekende benedenstad.
Le pays noir, bakermat van de industrie
Het station van Charleroi, ontworpen in een neoklassieke industriële stijl, combineert glas en staal op een prachtige manier.
We vervolgen onze citytrip per metro naar de bovenstad, waar de universitaire campus gelegen is. De opleiding biotechnologie is hier tegenwoordig erg in trek, zo weet onze gastheer Vincent, omdat ze perfect aansluit met de nieuwe economische groeipool van de stad. Het hart van de universiteit, het gerestaureerde gebouw Zenobe Gramme, weerspiegelt de industriële rijkdom en het vakmanschap van Charleroi. De art-nouveau glas-in-loodramen van de gevel zijn nog in restauratie, maar vanaf volgend jaar kan iedereen ze weer bewonderen. De ramen herinneren aan de grote industrieën van de regio: ijzer, kolen en glas.
Onze tocht eindigt bij het Palais des Beaux-Arts van Charleroi, dat tegelijk museum is en een podium biedt aan artiesten. Hier wacht ons een verrassing: we krijgen een rondleiding achter de schermen. Zo lopen we La Fée Ignorante tegen het lijf, een indrukwekkende muurschildering van René Magritte, speciaal ontworpen voor de Congreszaal. We wonen ook een repetitie bij in de grote zaal, die het grootste podium van Wallonië herbergt. Met hun eclectisch en divers aanbod is er voor ieder wat wils in het Paleis voor Schone Kunsten. Regelmatig organiseren ze erg gesmaakte thematische rondleidingen om het publiek kennis te laten maken met hun verborgen schatten.
Charleroi heeft ons hart gestolen. Trouw aan haar indrukwekkende industriële geschiedenis, en tegelijk gretig de vernieuwing omarmend. Elke dag vinden Charleroi en haar inwoners zich opnieuw uit, waardoor de stad vol leven is. Dat Valérie zichzelf een geadopteerde Carolo noemt, dat begrijpen we maar al te goed nu. “Men houdt niet van politiek, in Charleroi - Maar men houdt wel van elkaar, in Charleroi”, zo gaat het liedje van Pintens verder. Wij houden ook van jou, Charleroi. Of zoals ze daar zeggen: "Bisous, m'chou!"
Zin in nog een artikel? Ga naar het overzicht van Inspired volume 4
Musée de la Photographie
Ook een bezoek aan het Musée de la Photographie mag zeker niet ontbreken aan uw city trip. Het grootste fotografiemuseum van Europa heeft een permanente collectie aangevuld met tijdelijke tentoonstellingen. Delen Private Bank is trots om partner te zijn!