![20190417-hero (1)](https://www.delen.bank/hubfs/20190417-hero%20(1).webp)
Het federaal regeerakkoord: wat betekent het voor u?
- 7 februari 2025
De kogel is door de kerk: het regeerakkoord, mét een pakket aan fiscale hervormingen, is goedgekeurd door de Kamer.
Het doel van de geplande fiscale hervorming is onder andere om op termijn het verschil tussen werken en niet-werken te vergroten tot meer dan 500 euro netto, en om het begrotingstekort van het land onder de 3% van het bbp te krijgen. Om dit te bereiken worden enkele fiscale wijzigingen voorgesteld, maar wanneer deze maatregelen van start zullen gaan, is momenteel nog niet gekend. In het akkoord heeft de regering zich voorgenomen om geen retroactieve fiscale regels in te voeren. Het blijft afwachten hoe deze belofte in de praktijk zal worden omgezet.
Welke maatregelen aangaande uw vermogen springen eruit? We zetten de belangrijkste maatregelen voor u en uw vennootschap op een rij.
De informatie hieronder is afkomstig uit de tekst van een regeerakkoord die mogelijk nog op bepaalde punten kan wijzigen. De tekst geeft de grote lijnen weer, maar veel details – die van groot belang kunnen zijn – zijn nog niet vastgelegd. Daardoor blijven op dit moment veel vragen onbeantwoord.
Jaarlijkse taks op effectenrekeningen blijft behouden
Het tarief (0,15%) en de toepassingsvoorwaarden van de taks op effectenrekeningen blijven behouden.
De regering zal onderzoeken hoe, conform de recente aanbevelingen van het Rekenhof, ontwijking van de jaarlijkse taks op de effectenrekening kan worden aangepakt.
Het Rekenhof had in haar rapport immers het splitsen van rekeningen, de omzetting naar nominatieve effecten en het niet indienen van de aangiftes voor buitenlandse effectenrekeningen aangekaart.
Meerwaardebelasting (solidariteitsbijdrage) wordt niet-retroactief ingevoerd
Er komt een algemene solidariteitsbijdrage van 10% op toekomstige gerealiseerde meerwaarden op financiële activa (inclusief crypto-activa).
De regering herhaalt, in het bijzonder met betrekking tot deze maatregel, haar engagement om geen retroactieve wijziging door te voeren. Het akkoord verduidelijkt inderdaad dat deze nieuwe belasting van toepassing zal zijn op meerwaarden “opgebouwd vanaf het moment van de invoering van de bijdrage”. Historische meerwaarden zijn dus vrijgesteld.
Het begrip ‘financiële activa’ lijkt breed ingevuld te zijn, maar is nog niet precies gedefinieerd.
Volgende modaliteiten werden al opgenomen in het regeerakkoord:
- Bevestiging van de vrijstelling voor historische meerwaarden (op de dag van de invoering van de belasting)
- Aftrekbaarheid van de gerealiseerde minderwaarden, maar zonder overdraagbaarheid naar volgende jaren
- Jaarlijkse vrijstelling van de meerwaarde tot 10.000 euro (met jaarlijkse indexatie)
Als u bij onze bank een portefeuille in discretionair beheer hebt (zoals het overgrote deel van onze klanten), dan bestaat uw portefeuille uit één patrimoniaal fonds dat kan variëren naargelang uw gekozen risicoprofiel. Binnen het fonds zelf worden er onderliggende aandelen en obligaties verkocht en gekocht met het oog op het behalen van een optimaal rendement. Deze transacties binnen het fonds zullen géén aanleiding geven tot de heffing van de beoogde solidariteitsbijdrage of meerwaardebelasting. Het is pas wanneer uzelf beslist om de aandelen van het fonds te verkopen, dat de meerwaardebelasting mogelijk toepassing vindt. Dit is een belangrijk voordeel in vergelijking met beleggingsformules waarbij er in uw naam rechtstreeks wordt belegd in individuele aandelen en obligaties.
Voor de verkoop van aanmerkelijke belangen in privévennootschappen (participaties van minimaal 20%) zal een apart regime worden voorzien dat nog moet worden verduidelijkt.
Uit de tekst van het akkoord valt af te leiden dat een eerste schijf van de meerwaarde tot 1.000.000 euro volledig vrijgesteld zal zijn, en dat een progressief tarief toegepast wordt, waarbij het standaardtarief van 10% pas bereikt wordt vanaf een meerwaarde van 10.000.000 euro.
Over dit apart regime bestaat nog veel onduidelijkheid, en er is zelfs onenigheid tussen de Arizona-partijen onderling.
Het regime van de DBI-bevek blijft overeind, mits aanpassingen
Het regime van de DBI-bevek blijft overeind, weliswaar met enkele aanpassingen. Momenteel worden de gerealiseerde meerwaarde en de uitgekeerde coupon gedeeltelijk of geheel vrijgesteld van vennootschapsbelasting indien de bevek aan bepaalde voorwaarden voldoet. Volgens het regeerakkoord zou, wanneer u de DBI-bevek verkoopt, de gerealiseerde meerwaarde in de toekomst steeds onderworpen worden aan een bijzonder tarief van 5%.
Tenslotte zal de roerende voorheffing die wordt ingehouden op de coupons uitgekeerd door een DBI-bevek enkel nog verrekenbaar zijn als de vennootschap die de dividenden ontvangt voldoet aan de minimumbezoldiging voor bedrijfsleiders, die stijgt naar 50.000 euro per jaar. Wordt niet aan deze voorwaarde voldaan, kan de ingehouden roerende voorheffing niet worden verrekend in de vennootschapsbelasting.
Taks op beursverrichtingen wordt hervormd, details onbekend
Een hervorming is aangekondigd, maar er zijn nog geen details.
Het regeerakkoord zegt: “De taks op de beursverrichtingen wordt gemoderniseerd en vereenvoudigd, middels enkele gerichte ingrepen, teneinde een aantal gekende problemen op te lossen en het level playing field tussen de geviseerde beleggingsinstrumenten, vennootschappen en fondsen te verbeteren”.
Federale interestaftrek wordt afgeschaft
De interesten van schulden die specifiek zijn aangegaan om onroerende goederen (andere dan de eigen woning) te verwerven of te behouden kunnen vandaag van het totale bedrag van de onroerende inkomsten worden afgetrokken. Het regeerakkoord spreekt over de uitdoving van deze federale woonfiscaliteit en stelt dat "de federale interestaftrek voor de niet-eigen woning wordt geschrapt”.
VVPRbis en liquidatiereserve worden geharmoniseerd
Het VVPRbis-stelsel en de liquidatiereserve worden zoveel mogelijk geharmoniseerd.
Voor wat betreft de liquidatiereserve zal de wachttermijn worden verlaagd van 5 jaar naar 3 jaar. Het tarief van de 5% roerende voorheffing wordt opgetrokken tot 6,5%. Op die manier stijgt het effectieve tarief van de liquidatiereserve van 13,64% naar 15%, hetzelfde als bij de VVPRbis.
Uitkeringen binnen de 3 jaar worden wel belast aan het normale 30%-tarief in roerende voorheffing.
Permanente (para)fiscale regularisatieprocedure wordt uitgewerkt
Per 1 januari 2024 is de laatste fiscale regularisatie (EBAquater) afgelopen. In deze laatste ronde konden fiscaal verjaarde kapitalen worden geregulariseerd tegen een heffing van 40% op de gerepatrieerde kapitalen.
In het regeerakkoord staat nu dat de regering “in overleg met de gewesten een nieuwe strengere permanente(para)fiscale regularisatie wordt uitgewerkt met een verhoging van de tarieven naar 30% voor wat betreft niet-verjaard kapitaal en 45% voor verjaard kapitaal, behalve voor belastingplichtigen die goede trouw kunnen aantonen”.
Het ziet er dus naar uit dat er een permanente fiscale regularisatieprocedure zal worden ingevoerd die duurder zal zijn dan vorige regularisatierondes.
Heeft u vragen of wenst u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met uw relatiebeheerder.