Het is niet alles ‘tech’ wat blinkt
- 3 oktober 2024
- Video
De beurzen zijn het derde kwartaal goed doorgekomen, al was er de laatste weken weer wat meer volatiliteit, want investeerders vragen zich nu vaker af hoe zacht – of hoe onzacht – de economie zal landen. Bovendien komen ook de Amerikaanse presidentsverkiezingen steeds meer in het vizier.
Ontdek onze analyse in de video of lees de transcriptie hieronder.
Twee lessen uit de woelige zomer
Eind juli en begin augustus gingen de beurzen door zwaar weer. De neergang van begin augustus werd tijdelijk door een eerder technisch fenomeen gelinkt aan de afwikkeling van zogenaamde carry-trades op de Japanse yen, waar u het gerust met uw beheerder over kan hebben. Maar daarnaast toonden de laatste cijfers in de VS een vertraging op de Amerikaanse arbeidsmarkt. De banengroei nam af, de werkloosheid steeg, en meteen flakkerde de vrees voor een recessie op. Groeiaandelen, zoals technologie, kregen rake klappen, daar waar defensieve aandelen zoals gezondheidszorg en consumentengoederen op dat moment beter standhielden.
Ondertussen blijkt een zachte landing opnieuw het meest waarschijnlijke scenario, waardoor de aandelen na de terugval een nieuwe adem kregen. Opvallend is dat de defensieve sectoren goed standhielden. De techsector bleef aanvankelijk iets achter, maar veerde in september ook sterk terug. De beurshausses zijn dus duidelijk gaandeweg aan het verbreden: het is niet meer ‘alles technologie wat blinkt’, de grote techspelers moeten het podium nu delen.
Een eerste les die we uit deze zomer dan ook kunnen trekken is dat het ontzettend moeilijk is om op de perfecte momenten in- of uit te stappen op de beurs.
Een tweede les van deze beurszomer heeft betrekking op obligaties. Zij functioneren ondertussen opnieuw als schokdemper tijdens woelige beursfases, en kunnen dus weer hun plaats in een evenwichtige portefeuille opeisen. Want door de zwakkere economische cijfers houden de markten steeds meer rekening met forse renteverlagingen, en door dat vooruitzicht stijgt de waarde van lopende obligaties. Op die manier vangen ze de schokken in de aandelenposities – gedeeltelijk – op.
Scenario zachte landing blijft overeind
Krijgen we een recessie of een zachte landing? De vraag houdt de beleggers bezig, en er spelen verschillende belangrijke elementen mee.
Aan de positieve zijde: De groei in de VS stabiliseert, blijft zwak in Europa, en vertraagt in China, maar wereldwijd blijft ze positief.
Ook de bedrijfsresultaten van het tweede kwartaal zijn bemoedigend, vooral in de Verenigde Staten, waar voor dit jaar een winstgroei van ongeveer 10% wordt verwacht. Bedrijven handhaven ook hun winstmarges, zowel in Europa als in de VS, en dat ondersteunt de beurzen. En ondertussen tracht de Chinese overheid haar economie op verscheidene manieren te stimuleren.
Maar er is ook een keerzijde, die ons toch wat voorzichtiger maakt. De Amerikaanse arbeidsmarkt is namelijk stilaan aan het afzwakken en dat is een indicatie dat de economie een versnelling lager schakelt. Positief is hier dan weer dat die vertraging voorlopig nauwelijks invloed lijkt te hebben op de consumptie, en dat een zwakkere arbeidsmarkt de loongroei remt, wat op zijn beurt helpt om de inflatie te normaliseren. En dàt geeft de centrale banken voldoende ruimte om de economie aan te zwengelen met rentedalingen. Zo verlaagde de Amerikaanse centrale bank midden-september haar rente met 50 basispunten, nadat eerder dit jaar de ECB al twee maal had ingegrepen. De markt verwacht nu nog meer rentedalingen, en dus economische stimuli, in het najaar.
Dit alles maakt van een zachte landing momenteel het meest waarschijnlijke scenario.
Harris of Trump – maakt het wat uit voor de markten?
Iedereen kijkt met spanning uit naar de komende presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten, en het belooft een interessante eindsprint te worden. Maar maakt het wat uit voor de markten?
Presidentskandidaten Harris en Trump zijn het over één ding eens: "America First"! De Amerikaanse economie moet blijven draaien. Maar hun aanpak is compleet verschillend.
De kandidaat voor de Democraten, Kamala Harris, is meer gematigd protectionistisch, terwijl Trump er voluit voor gaat, met zijn plan om invoerheffingen tot 60% te verhogen op producten uit China. Zo’n maatregel zou inflatoir werken en zou de Amerikaanse consument dus rechtstreeks treffen.
Op fiscaal vlak wil Harris de belastingen voor de middenklasse verlagen, maar voor de superrijken en de grote bedrijven eerder verhogen. Trump trakteert dan weer graag iedereen op algemene belastingverlagingen, en lijkt hierdoor geen oog te hebben voor de impact op het overheidstekort.
Het zou eenvoudig zijn moest het volstaan om de impact van de programma’s van iedere kandidaat op inflatie, economie en overheidsfinanciën te kwantificeren. Helaas, zo werkt het niet. Want de keuze van een kandidaat is niet bepalend voor de economie van een land, en ook niet voor de financiële markten, er spelen veel andere variabelen mee. Bovendien zit er vaak verschil tussen het aangekondigde programma van een kandidaat en wat er daadwerkelijk gerealiseerd wordt. De samenstelling van de Senaat en het Congres speelt in dit opzicht bijvoorbeeld een zeer belangrijke rol.
Doorgaans zien we dat de verkiezingen gepaard gaan met wat zenuwachtigheid op de markten, maar meestal is die van korte duur. Op langere termijn kalmeren de beurzen vaak na de verkiezingen, ongeacht wie als winnaar uit de bus komt. Externe factoren kunnen natuurlijk een impact hebben. Zo kan de situatie in het Midden-Oosten voor onzekerheid en volatiliteit zorgen. Maar als we het verleden bekijken, dan blijkt dat de S&P500 sinds 1980 over alle verschillende presidenten en partijen heen een stijging optekende van gemiddeld ongeveer 6% in de 12 maanden voorafgaand aan de verkiezingen, en 12% in de 12 maanden erna.
Conclusie
De kans op een recessie is iets toegenomen, maar het scenario van een zachte landing blijft het meest waarschijnlijk. De macro-economische context blijft geruststellend – normalisatie van de inflatie, gezonde bedrijfswinsten en dalende rentes. De naderende verkiezingen in de VS zouden geen wezenlijke invloed moeten hebben op de economie of de markten. Onze beheerteams blijven dan ook trouw aan hun overtuigingen en hun langetermijnvisie in de verschillende activaklassen.