Delen Close-Up: Naomi Verkerk van Team Novus

We spreken Naomi Verkerk na de start van haar tweede World Cup seizoen, ze is in Japan en gaat daarna door naar China. Voor Verkerk moet het gebeuren op de sprintafstanden (of 500 meter en 1000 meter) dit jaar. Tegelijk loopt ze stages voor haar studie Technische Geneeskunde. Hoe gefocust moet je zijn als sprinter en is er ruimte om aan een toekomst na het schaatsen te denken?

Dit wordt jouw tweede volledige World Cup seizoen, begint het reizen al te wennen?

‘Ik weet nu beter hoe het allemaal gaat. De eerste keer dat je een World Cup doet kijk je veel meer je ogen uit, wat doet iedereen, wat moet ik allemaal meenemen? Het is natuurlijk een soort circus. Nu ik het een keer heb meegemaakt kost het minder mentale energie. Ik ben me er heel bewust van dat het bijzonder is dat ik hier ben. Als kind zag ik het op TV en dacht ik: wauw dat is zó vet. Dat gevoel vasthouden vind ik wel belangrijk.’

Team Novus bereidt zich voor op de winterspelen in Milaan en Cortina d‘Ampezzo in 2026, jij ook?

‘Het is mijn doel om op de 500 en 1000 meter naar Milaan te kunnen. Ik vind het lastig om dat uit te spreken: er is natuurlijk een mogelijkheid dat het niet lukt om het te halen. Maar het plan is om gewoon door te gaan met schaatsen, zolang ik het leuk vind.

Zo heb ik er altijd in gestaan. Dit was het eerste jaar dat ik zei: ik ga nu voor twee seizoenen door, in principe tot de Olympische Spelen. Als het goed gaat, is het makkelijker om te blijven schaatsen. En zo niet dan is het ook mogelijk dat ik stop, dan ga ik gewoon verder met de studie.

Ik ben nu halverwege mijn master van drie jaar, Technische Geneeskunde in Delft. Ik studeer niet fulltime, dat is niet meer te doen. Momenteel loop ik stage in het Medisch Centrum Leeuwarden, ook om uit te zoeken: hé, wat vind ik nou echt interessant en waar zou ik in door willen? Ik weet het nog niet goed, maar ik heb wel altijd in het ziekenhuis willen werken, met patiënten. Er zijn steeds meer nieuwe innovaties om diagnostiek en behandeling te verbeteren. Daar focust deze master zich op. Ik vind de toepassingen en daar mensen mee helpen wel het leukst.’

Delen is een familiebedrijf, is een schaatsteam ook een soort familie als je lang met elkaar onderweg bent?

‘Misschien wel, op een bepaalde manier. Je leert elkaar steeds beter kennen en vertrouwt elkaar steeds meer. Dat heb je erg nodig. Uiteindelijk gaat het erom dat de coaches mij goed begrijpen en dat ik hen begrijp. In dat opzicht is het een soort familiegevoel, dat je open naar elkaar kunt zijn, niet alleen op schaatsgebied.

Ik vind het belangrijk dat je coaches iets meer weten van je leven en niet alleen maar zakelijk over de trainingen praten. Die zijn natuurlijk de basis. Maar schaatsen is zoveel meer dan alleen trainen. Het gaat ook over hoe je mentaal op dat moment in elkaar zit. En wat er verder in je leven speelt. Dat heeft grote invloed op hoe je schaatst.’

Je grootvader was bankier, heeft dat invloed gehad op je financiële opvoeding?

‘Ik ben me redelijk bewust van mijn financiën, ik weet wat wel en niet kan. Met mijn studie ben ik natuurlijk ook bezig voor de toekomst, ik wil graag een baan om later geld mee te verdienen. Mijn opa was inderdaad bankier en van hem heb ik het wel meegekregen; sparen, beleggen en gewoon een beetje goed met je geld omgaan.

Hij is helaas alweer een tijd overleden. Maar dat stemmetje van hem zit altijd een beetje in mijn hoofd als het over geld gaat. Hij was voorstander van sparen, maar dan uiteindelijk wel iets slims doen met dat spaargeld. Ik heb inmiddels zelf wat belegd, maar om heel eerlijk te zijn zit ik daar niet goed in. Mijn vader en broer hebben me geholpen, dat was wel fijn.’

Bij Team Novus krijg je de ruimte om behalve te schaatsen ook te studeren.

‘Ja, dat is super. Je wordt bij Novus gestimuleerd om ook dingen buiten het schaatsen te doen. Het helpt dat de coaches meedenken met mijn planning, zo van hé, wanneer ga je naar stage toe? Wanneer ga je dit doen? Zodat we er goed rekening mee kunnen houden. Soms betekent dat een beetje schuiven met trainingen, of dat je het net even iets anders doet dan de rest. Zij denken mee in de oplossingen. Terwijl er ook genoeg mensen zijn die zeggen: die combinatie kan niet, punt.

De grootste valkuil in de combinatie met de studie is dat je te weinig uitrust en trainingen niet goed kunt uitvoeren omdat je gewoon te moe bent of niet goed herstelt. Maar de coaches zien dat de studie mij ook afleiding en ontspanning geeft. En een stukje rust, omdat ik toch bezig ben met mijn toekomst. Dat klinkt misschien gek, maar ik vind het soms best lastig om alleen te trainen. Ik heb uiteindelijk ook gewoon graag nog een doel buiten het schaatsen’