In dit artikel leggen wij u uit op welke wijze u de beleggingen van uw vennootschap waardeert voor de belasting. De waardering van de beleggingen via Delen Private Bank dient op een specifieke manier plaats te vinden.

Het beleggingsrendement van uw vennootschap maakt onderdeel uit van uw resultaat

Als u belegt via een vennootschap, zoals een BV, dan maakt het rendement op de beleggingen onderdeel uit van het resultaat voor de Vennootschapsbelasting (Vpb). Een positief rendement telt u bij de winst op en een negatief rendement trekt u ervan af. Denk hierbij aan opbrengsten in de vorm van aandelendividend en interest op obligaties. Daarnaast moet u kijken naar koerswinst of -verlies. In 2023 geldt een Vpb-tarief van 19% over de belastbare winst tot € 200.000 (eerste schijf). In de tweede schijf geldt een tarief van 25,8% over het meerdere.

Bij het waarderen van de beleggingen van uw vennootschap gelden een aantal hoofdregels

We zetten de hoofdregels graag voor u op een rij:

  • Opbrengsten (dividend en interest) tellen in het jaar van ontvangst als winst. Voor koerswinsten en -verliezen op uw beleggingen ligt dit anders.
  • Koerswinst rekent u pas tot het resultaat als u het realiseert. Op deze manier stelt u bij stijgende koersen (boven de historische kostprijs) winstneming en daarmee belastingheffing uit tot het moment waarop u de effecten verkoopt.
  • Als de beurkoers beneden de historische kostprijs is gedaald, dan kunt u de historische kostprijs afwaarderen naar de lagere actuele waarde en kunt u direct verlies nemen. Het verlies drukt op dat moment de winst.
  • Als de beurskoers later weer stijgt, kunt u de boekwaarde weer verhogen – maar niet verder dan tot de historische kostprijs – wat de winst op dat moment verhoogt. Het eerdere fiscale verlies wordt dan in feite weer teruggenomen.

Een alternatief voor de hier omschreven historische kostprijs-methode is om jaarlijks op actuele waarde te waarderen.

Voor de beleggingen van uw vennootschap bij Delen Private Bank geldt een uitzondering

In principe gelden genoemde hoofdregels ook als u belegt in beleggingsfondsen. Er geldt echter een belangrijke uitzondering. Als het beleggingsfonds de status van Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI) heeft, dan is uw vennootschap verplicht deze belegging op de werkelijke waarde te waarderen. Over een koerswinst betaalt uw vennootschap daarom al Vpb, ook al is het beleggingsfonds nog niet verkocht. Dit geldt ook voor buitenlandse beleggingsfondsen met een vergelijkbaar belastingregime als een Nederlands beleggingsfonds met VBI-status. In de praktijk zijn veel beleggingsfondsen gevestigd in Luxemburg en Ierland. Uitstel van winstneming ingeval van waardestijging boven de historische aankoopwaarde is hier niet aan de orde. Bij stijgende koersen neemt uw vennootschap dus direct winst. En bij dalende koersen neemt uw vennootschap direct verlies. Deze uitzondering geldt ook voor de fondsen waarin uw vennootschap belegt bij Delen Private Bank.

Neem bij vragen contact op met uw accountant en/of fiscalist

Wij adviseren u bovenstaande onder de aandacht te brengen bij uw accountant en/of fiscalist.

Een schenking aan uw echtgenoot is enkel mogelijk voor eigen goederen.

Steeds herroepbaar

Een schenking is in beginsel definitief en onherroepelijk: gegeven is gegeven. De schenking tussen echtgenoten vormt hierop een belangrijke uitzondering, want de echtgenoot-schenker kan de schenking die hij deed aan zijn mede-echtgenoot6 te allen tijde herroepen. Om de terugkeer naar de schenker mogelijk te maken moeten de geschonken goederen afzonderlijk beheerd worden. Zo worden geschonken banktegoeden overgeboekt op een nieuwe rekening geopend op naam van de begiftigde echtgenoot, en worden er op deze rekening geen bijstortingen verricht om vermenging van deze verschillende tegoeden te vermijden. De herroeping zelf hoeft niet te worden gemotiveerd en er dienen geen formaliteiten nageleefd te worden, althans voor zover deze schenking niet plaatsvond in het huwelijkscontract. In de meeste gevallen volstaat een eenvoudige brief waarbij de echtgenoot-schenker verklaart zijn eerder gedane schenking te herroepen. De gevolgen van de herroeping zijn drastisch en verregaand: de rechten die de begiftigde echtgenoot op het geschonken goed heeft toegestaan en de vervreemdingen waarvan dit goed inmiddels het voorwerp is geweest, worden teruggedraaid. Dit recht tot herroeping is van openbare orde. U kunt met uw echtgenoot dus geen afspraken maken die afbreuk doen aan het herroepelijk karakter van deze schenking.

202012-schenking-echtgenoten-photo01

Voordeel bij successieplanning

De herroepbaarheid van een schenking vormt voor echtgenoten een flexibele manier om hun successie te plannen. Een gedane schenking kan immers ‘ongedaan’ gemaakt worden wanneer dit de echtgenoot-schenker het beste uitkomt, bijvoorbeeld omdat de kinderen oud genoeg zijn om in de patrimoniale planning betrokken te worden, na een echtelijke ruzie, maar ook na een echtscheiding en zelfs na het overlijden van de echtgenoot-begiftigde Wanneer u beschikt over een aanzienlijke eigen portefeuille en verder niets doet, zullen deze tegoeden bij uw overlijden volledig in uw nalatenschap vallen en belast worden in de erfbelasting (successierecht). Afhankelijk van het gewest waar u woont, betalen uw echtgenoot en kinderen tot 27% of 30% erfbelasting (successierecht). Een heel verschil met de schenkbelasting (schenkingsrecht) die voor roerende goederen ‘slechts’ 3 of 3,3% bedraagt, of zelfs 0% als u nog 3 jaar leeft. Overweeg in zo’n geval een schenking aan uw echtgenoot7. U kunt hem of haar deze goederen zelfs schenken met voorbehoud van vruchtgebruik, waardoor u tijdens uw leven de controle en de inkomsten (interesten en dividenden) behoudt over de geschonken goederen. Overlijdt uw echtgenoot eerst, dan kunt u de gedane schenking herroepen en recupereert u de geschonken goederen. Op deze terugkeer betaalt u geen erfbelasting (successierecht). U wordt dan opnieuw eigenaar en u kunt een nieuwe schenking overwegen, bijvoorbeeld aan uw kinderen of andere familieleden.

Door de herroepbaarheid is een schenking tussen echtgenoten een zeer flexibel planningsinstrument.

Wat als de schenker eerst overlijdt?

Wanneer u daarentegen zelf als eerste overlijdt binnen de 3 jaar na de schenking, moet de begiftigde deze schenking spontaan vermelden in de aangifte van nalatenschap, en dan zal hij hierop alsnog erfbelasting (successierecht) moeten betalen wanneer deze schenking niet geregistreerd werd vóór uw overlijden. Wanneer de schenking betrekking heeft op roerende goederen8 kan deze hoge taks voor uw echtgenoot vermeden worden door op het ogenblik van de schenking of binnen de drie jaar na de schenking het vlak schenkingsrecht van 3% of 3,3% (zie hoger) te betalen. Afhankelijk van het gewest waar u woont, realiseert uw echtgenoot op deze geschonken roerende goederen een besparing van 24% (Vlaams Gewest), 27% (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of 26,7% (Waals Gewest).

Schenkingen tussen echtgenoten zijn vooral zinvol als er een groot onevenwicht is tussen de (eigen) vermogens.

Besluit

Een schenking tussen echtgenoten kan enkel betrekking hebben op eigen goederen. Zij zal vooral haar nut bewijzen wanneer er een (groot) onevenwicht bestaat tussen de eigen vermogens van beide echtgenoten, en u uw minder begoede huwelijkspartner financieel wilt ondersteunen. Doordat deze schenking te allen tijde herroepbaar is, vormt zij eveneens een goedkoop en uitermate flexibel planningsinstrument voor kinderloze echtparen die elkaar maximaal wensen te bevoordelen en voor echtparen voor wie een schenking aan de kinderen nog niet aan de orde is.

Noot van de redactie: Voor de leesbaarheid van de tekst schrijven we echtgenoot, maar uiteraard verwijst deze term ook naar de echtgenote.

  1. Zoals bijvoorbeeld een conventioneel beding van terugkeer. Wanneer u de opbrengsten (zoals interesten en dividenden van effecten en huurgelden van onroerende goederen) en de controle wenst te behouden over de geschonken goederen kunt u overgaan tot een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. De schenking met voorbehoud van vruchtgebruik moet steeds plaatsvinden via notariële akte.
  2. Deze schenkingen kunnen dus gebeuren middels een notariële akte dan wel via een hand- of bankgift.
  3. In gemeenschapsstelsels geldt een vermoeden dat alle goederen gemeenschappelijk zijn tot bewijs van het tegendeel (bijv. door aan te tonen dat een echtgenoot bepaalde goederen reeds bezat op datum van zijn huwelijk of dat hij deze tijdens het huwelijk verkreeg ingevolge een schenking of erfenis).
  4. De Vlaamse Regering overweegt deze “verdachte periode” te verlengen van drie naar vier jaar.
  5. De goederen die u wegschenkt binnen de drie jaar vóór uw overlijden en waarop geen schenkbelasting (schenkingsrecht) werd betaald, worden geacht deel uit te maken van uw nalatenschap, en de begiftigde moet hierop alsnog erfbelasting (successierecht) betalen.
  6. Schenkingen tussen samenwonenden zijn daarentegen steeds onherroepelijk.
  7. Wanneer u afstammelingen heeft moet u steeds rekening houden met hun wettelijk voorbehouden erfdeel, de zgn. reserve. Deze bedraagt steeds de helft van de fictieve massa (= alle op het ogenblik van uw overlijden nagelaten goederen, verhoogd met alle tijdens uw leven gedane - en desgevallend geherwaardeerde - schenkingen en verminderd met de schulden van de nalatenschap).
  8. Indien u in het Vlaamse en Waals Gewest een onroerend goed schenkt en u overlijdt binnen de drie jaar na deze schenking, dan wordt dit goed niet opnieuw belast in de erfbelasting (successierecht), maar dan zal de waarde van dit geschonken goed de laagste schijven van de erfbelasting (successierecht) opvullen waardoor de vererfde onroerende goederen mogelijk worden belast aan een hoger successietarief. Dit is de regel van het progressievoorbehoud.