us-economic-header

Waarom is de Amerikaanse economie so great?

  • 24 augustus 2023
  • Beurs en Economie

Sinds de Tweede Wereldoorlog en de komst van de dollar als wereldwijde reservemunt lijkt de Amerikaanse economie onklopbaar. Zeker, met het ambitieuze China hebben de Amerikanen er een geduchte tegenstander bij, maar toch. De Verenigde Staten zijn nog steeds heer en meester op het internationale economische toneel, op velerlei vlakken.

Een handvol technologiebedrijven, veelal uit Silicon Valley, domineren de wereld. Tegenwoordig worden ze aangeduid met de Magnificent Seven - Apple, Microsoft, Nvidia, Amazon, Meta, Tesla en Alphabet. Voordien was er sprake van GAFA(M) - Google, Apple, Facebook, Amazon, (Microsoft) - en NATU - Netflix, Airbnb, Tesla, Uber. De American Dream is terug van nooit weggeweest, en blijft miljoenen ondernemers mobiliseren. Wie wordt de nieuwe Rockefeller, Gates of Musk?

In dit artikel kijken we voorbij de mythe. We gaan op zoek naar de succesfactoren van de gigantische welvaartscheppende machine die de Verenigde Staten is.

Een efficiënte arbeidsmarkt

Aan de basis van elke gezonde economie staan mensen die graag, veel en efficiënt werken.

De Verenigde Staten hebben wat dat betreft alvast een streepje voor. Dankzij het hoge vruchtbaarheidscijfer en open grenzen kan het land bogen op een groot aanbod aan werkkrachten. Het aantal Amerikanen tussen 25 en 64 jaar oud steeg sinds 1990 met 38%, tegenover een stijging van 9% in Europa. Wel met die kanttekening dat het vruchtbaarheidscijfer sinds 2010 daalt en de immigratie afnam na de pandemie.

Het aantal Amerikanen dat geschikt is voor de arbeidsmarkt is dus forser gegroeid, en daarenboven ging ook hun productiviteit snel de hoogte in. Volgens de denktank Conference Board steeg de Amerikaanse arbeidsproductiviteit sinds 1990 met 67%, vergeleken met +55% in Europa en +51% in Japan. Amerikanen werken gemiddeld 200 uur per jaar meer dan Europeanen (maar wel 500 uur minder dan de Chinezen), en dankzij investeringen en technologische vooruitgang zijn ze ook productiever.

De Amerikaanse arbeidsproductiviteit steeg sinds 1990 met 67% in de VS. In Europa bedroeg die stijging +55%, in Japan +51%

De technologische revolutie tussen mid jaren 1990 en mid de jaren 2000 duwde de productiviteit van Amerikaanse bedrijven ruim 3% per jaar opwaarts (vergeleken met +2% in Europa). Technologische toepassingen zorgden voor een tweede golf van productiviteitswinsten. Sindsdien is de productiviteitsgroei in de VS teruggevallen naar het langetermijngemiddelde van ongeveer 1,5%. Dat is toch nog steeds sneller dan in de meeste andere rijke landen, met de technologiesector als onvermoeibare motor.

Een bijkomende troef in de VS is de hoge scholingsgraad bij de Amerikaanse beroepsbevolking, althans over het geheel genomen. Het land geeft per leerling 37% meer uit aan onderwijs dan het OESO-gemiddelde en zelfs twee keer zoveel als het gaat om postsecundair onderwijs. De resultaten liegen er niet om: 34% van de Amerikanen studeert af aan de middelbare school (alleen Singapore doet het beter), en 11 van de 15 beste universiteiten ter wereld bevinden zich in de Verenigde Staten (volgens de Times Higher Education ranking). Al dat talent stroomt vlot door naar de bedrijfswereld, onder andere naar de ruim gefinancierde R&D-afdelingen. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling liggen ver voor op de meeste andere landen, zowel in de privésector als bij de overheid. Dat vertaalt zich in het grote aandeel – 22%! – geregistreerde patenten wereldwijd in 2021.

university-yale Yale University

Flexibele arbeid, mobiel kapitaal

Een Amerikaan draait er doorgaans zijn hand niet voor om te verhuizen naar een andere stad in functie van zijn job. Eén op de vier Amerikanen verhuisde in de afgelopen vijf jaar om die reden, in andere ontwikkelde landen is die arbeidsflexibiliteit een stuk lager (één op de tien). Liefst vijf miljoen Amerikanen verhuizen elk jaar naar een andere staat in het land, het gaat dan vooral om hoogopgeleiden.

Ook het kapitaal is erg mobiel in de VS, en vindt vlot zijn weg van zij die hun spaargeld op een rendabele manier willen beleggen naar zij die op zoek zijn naar financiering. De Amerikaanse kapitaalmarkten behoren tot de meest efficiënte ter wereld. De marktkapitalisatie van beursgenoteerde bedrijven in het land vertegenwoordigt 170% van het bbp, vergeleken met minder dan 100% in de meeste andere ontwikkelde landen. Durfkapitalisten weten dat maar al te goed: de helft van hen vestigt zich in de Verenigde Staten.

Verenigde Staten.50% van de durfkapitalisten vestigt zich in de VS

De toegang tot vers kapitaal komt de Amerikanen, aangetrokken door de glamour van succesvol ondernemerschap, goed van pas. In 2021 werden er niet minder dan 5,4 miljoen nieuwe bedrijven opgericht na de lockdowns, een historisch record. Het helpt wellicht dat de kosten voor faillissement in de Verenigde Staten en Canada relatief laag liggen voor de ondernemers in kwestie.

Ook de bedrijfsleiders dragen bij tot de hoge productiviteit. Volgens een onderzoek van Stanford is de helft van de productiviteitsvoorsprong van de Verenigde Staten tegenover andere landen te danken aan de efficiëntie van hun managers. De onderzoekers zoeken de verklaring bij de hevige concurrentie en het gemak waarmee werknemers de laan uitgestuurd worden, met dank aan een soepele arbeidswetgeving. Ongetwijfeld helpen ook de hoge bonussen en prestatiegerichte vergoedingen een aardig handje.

Verenigd in ware zin

De omvang van de Amerikaanse interne markt is een belangrijke troef voor de economie van het land. Europa kijkt met jaloerse blik, want ondanks alle politieke goodwill blijft de Europese interne markt relatief gefragmenteerd als gevolg van administratieve, taalkundige en culturele barrières. En de afzetmarkt voor Amerikaanse bedrijven is uiteraard nog een stuk uitgebreider, want de invloed en aantrekkingskracht van alles wat Amerikaans is, reikt tot ver buiten de landsgrenzen.

De geologische rijkdommen maken het land des te interessanter. Na de ontdekking van de eerste olievelden aan het einde van de 19e eeuw, werden de Verenigde Staten (opnieuw) een netto-exporteur van gas en olie aan het begin van de jaren 2020 met de introductie van hydraulische fragmentatie (“fracking”). Hierdoor kon het land zijn economie verder diversifiëren, veerkrachtiger maken en werd het minder afhankelijk van steenkool. Hierdoor konden de VS cynisch genoeg hun uitstoot van broeikasgassen verminderen ... ten koste van de grondwaterstand.

jumpjack

In God we trust

De Amerikaanse fascinatie – of obsessie – voor geld is legendarisch. Vaak wordt de link gelegd met religie, meer bepaald het protestantisme. De Amerikanen leggen de link eigenlijk zelf, letterlijk, want op hun bankbiljetten prijkt de slogan “In God we trust”.

Hoe zit dat met het verband tussen protestantisme en kapitalisme? Max Weber, filosoof en grondlegger van de moderne sociologie, suggereerde in zijn werk "The Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism" (1904-1905), dat de protestantse ethiek, en meer specifiek de puriteinse waarden, het kapitalisme in staat stelden om zich vanaf de 18e eeuw te ontwikkelen. Die waarden – hard werken, investeren in de toekomst, streven naar maximale winst – waren nobele doelen op zich, die perfect aansloten bij de wetten van het kapitalisme. Voor het katholicisme waren het verwerpelijke zonden.

Protestanten zagen hard werken, investeren in de toekomst en streven naar maximale winst als iets deugdelijks.

Immigranten van het protestantse geloof vormden langzaamaan de religieuze meerderheid. Het collectieve bewustzijn dat inkomen en rijkdom onweerlegbare tekenen van sociaal succes zijn, zit bij hun nakomelingen nog steeds goed ingeprent.

Sprekende cijfers over de Amerikaanse economie

Amerika wil de grootste blijven, maar er zijn kapers op de kust. Haar economie gemeten in bruto binnenlands product in dollar is weliswaar nog steeds de grootste ter wereld, maar in termen van het bruto binnenlands product gemeten in koopkracht (een maatstaf die ook rekening houdt met het verschil in prijsniveaus tussen landen) heeft China de Verenigde Staten al een tijdje ingehaald. Volgens het IMF zijn de Verenigde Staten nu goed voor ruim 15% van de rijkdom in de wereld, tegenover bijna 19% voor China.

Bbp in termen van koopkrachtpariteit (in procent, per jaar)

us-economic-graph Bron: IMF

Nemen we de parameter inkomen per capita (per inwoner), dan zijn de VS beter af. Het cijfer ligt er 30% hoger dan in Europa. De enige landen die het beter doen zijn de olierijke monarchie van Qatar en Luxemburg.

Het meest verbazingwekkende cijfer is misschien wel de welvaartsgroei gemeten aan de hand van de beursevolutie: in de afgelopen 100 jaar heeft de Amerikaanse aandelenmarkt een gemiddeld jaarlijks rendement van 9,5% (in dollartermen) opgeleverd. Dat is een aanzienlijke bijdrage aan de koopkracht van de Amerikaanse beleggers!

Kreukjes in de Amerikaanse vlag

Is de Amerikaanse suprematie dan onoverwinnelijk? Natuurlijk niet. Momenteel zoeken zo’n 6 miljoen mensen een job in het land, terwijl bedrijven 9,5 miljoen vacatures hebben openstaan. Die spanningen op de arbeidsmarkt zijn toe te schrijven aan de snelle vergrijzing, de dalende immigratie en de corona-oversterfte in 2020-2021. Het feit dat veel Amerikanen, vooral de boomers die financieel beter af zijn, de lockdowns aangevat hebben om vervroegd met pensioen te gaan, zetten extra druk.

Er zit bovendien een akelige schaduwzijde aan de hyperflexibele, superefficiënte arbeidsmarkt. De inkomensongelijkheid in de Verenigde Staten is de hoogste van alle G7-landen. De American way of life – het geloof in het eigen kunnen, de winnaarsmentaliteit, het gebrek aan een deftig sociaal vangnet – eist een zware tol. De levensverwachting bedraagt slechts 77 jaar, dat is vijf jaar minder dan in andere ontwikkelde landen. Zij die uit de boot vallen, hebben weinig of geen toegang tot de gezondheidszorg (zelfs na de Obama-hervormingen) en te veel Amerikanen krijgen al te vaak te maken met geweld. Die kloof tussen arm en rijk zorgt voor een problematische polarisatie van de Amerikaanse samenleving.

De levensverwachting in de VS bedraagt 77 jaar bedraagt, vijf jaar minder dan in andere ontwikkelde landen.

Donald Trump wist als geen ander de verdeeldheid tussen de haves en have-nots uit te spelen. Zijn verkiezing leidde tot een volledige ommezwaai in het buitenlandse beleid en een terugkeer naar het protectionisme, iets wat het presidentschap van Joe Biden niet helemaal heeft uitgewist. De spanningen kenden een trieste climax in de bestorming van het Capitool in januari 2021, toen Trump een vredige transfer van de macht in de weg stond.

Een laatste oneffenheid in de Amerikaanse vlag is de Amerikaanse staatsschuld. Kredietbeoordelaar Fitch verlaagde in augustus 2023 de kredietrating van de Amerikaanse overheid van AAA naar AA+. S&P had al in 2011 iets gelijkaardigs beslist. Fitch maakt zich zorgen om de begrotingsproblemen, het risico van een politieke impasse en het schuldenplafond dat de regering in mei-juni kreeg opgelegd. Omdat het land schulden blijft uitgeven, neemt de schuldratio opnieuw sterk toe. Het begrotingstekort groeit aan door de lagere belastinginkomsten, de hogere uitgaven en stijgende rentelasten, en dat tast de Amerikaanse economie aan. De langetermijnrente is al vrij sterk gestegen na de kredietverlaging door Fitch. Het ratingbureau geeft nog maar aan negen landen een AAA-rating: Noorwegen, Zweden, Denemarken, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Zwitserland, Singapore en Australië.

Conclusie

De Amerikaanse economie beschikt over krachtige structurele hefbomen om haar leidende rol in de wereld te blijven spelen. De innovatiekracht van Amerikaanse knappe koppen, de ijver van Amerikaanse werknemers en de dynamische ondernemingszin van hun bedrijfsleiders zijn belangrijke troeven die Amerikanen een blijvende voorsprong kunnen geven. Ook de hoge consumentenbestedingen in de VS, met dank aan de sterke koopkracht, boezemen vertrouwen in bij Cadelam, de fondsenbeheerder van Delen Private Bank.

Bovenstaande argumenten bewogen de fondsenbeheerder er enkele jaren geleden toe om een aanzienlijk deel van de portefeuilles te beleggen in Amerikaanse bedrijven die leider zijn in hun domein. Voeg daaraan toe dat de Verenigde Staten excelleren in technologische innovatie, een van onze belangrijkste beleggingsconvicties op lange termijn. Dan is het logisch dat de portefeuilles een flinke portie Amerikaanse technologie bevat (71% van de technologieportefeuille bestaat uit Amerikaanse bedrijven), gebaseerd op een strenge aandelenselectie. Dat neemt niet weg dat de beheerders waakzaam zijn voor de belangrijke politieke en maatschappelijke uitdagingen waar de VS voor staan. Zoals steeds, worden die van dichtbij opgevolgd.