Beurs en Economie

En toch draait de economie!

|

"Eppur si muove!", zou Galileo Galilei uitgeroepen hebben op zijn proces waarin hij gedwongen werd zijn theorie te ontkennen dat de aarde rond de zon draait. “En toch beweegt ze!”, hield hij vol. Zijn kreet is perfect van toepassing op de staat van de wereldeconomie vandaag: ze blijft draaien, zelfs al vertraagt ze. De inflatie loopt intussen geleidelijk aan terug – ook dat is mooi meegenomen.

Van een recessie is op dit moment dus geen sprake, maar toch kregen de beurzen begin augustus koudwatervrees. Gelukkig kwam het herstel al even snel als de mini-crisis zelf. De inflatiecijfers blijven zich gunstig ontwikkelen, waardoor de centrale bankiers binnen afzienbare tijd en zonder gewetensbezwaren kunnen overgaan tot een renteverlaging – of op zijn minst tot een aankondiging ervan.

De wereldeconomie blijft op koers

Het IMF verwacht een groei van de wereldeconomie van 3% in 2024 en 3,1% in 2025. India en China nemen samen maar liefst 50% van die wereldwijde groei voor hun rekening, terwijl in de ontwikkelde landen de groei waarschijnlijk zal neerkomen op een bescheidener 1,6% tot 1,7%.

De forse renteverhogingen van de centrale banken  lijken te hebben bereikt wat ze beoogden: een dam opwerpen tegen de plotse inflatiestijging en de wereldeconomie naar een langzamer maar stabieler groeitempo leiden – de fameuze zachte landing.

Toch zijn de risico's van een harde landing nog niet volledig van de baan. Twee belangrijke risico’s dienen we in het oog te houden:

  • Een hardnekkige inflatie die de centrale banken kan dwingen om de hogere rentetarieven langer aan te houden
  • Een verdere escalatie van de conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten, met name de toenemende spanningen tussen Iran en Israël.

Ook nu zal de Amerikaanse economie als de locomotief van de wereldeconomie fungeren, met een verwachte groei van 2,5% in 2024 en 1,8% in 2025. De Amerikaanse consument zwengelt de groeimotor aan, gesteund door de hoge werkgelegenheid (zelfs al zijn er eerste tekenen van verzwakking) en een zeer lage spaarquote.

De Amerikaanse economie fungeert in 2024 opnieuw als locomotief voor de wereldwijde groei.

In hoeverre zal de verkiezingsuitslag de groei beïnvloeden? Een overwinning van de Republikeinen zou op korte termijn waarschijnlijk gunstig zijn voor de Amerikaanse economie en ongunstig voor de rest van de wereld, gezien hun programma van protectionistische maatregelen. Sinds de nominatie van Kamala Harris als presidentskandidaat voor de Democraten lijkt een overwinning van de conservatieven evenwel veel minder zeker. Halen de Democraten het, dan zal de voorgestelde verhoging van de vennootschapsbelasting de  groei in de Verenigde Staten opnieuw kunnen afzwakken.

In Europa tuft de economische motor langzaam verder. De groei in de eurozone wordt geschat op 0,7% in 2024 en 1,4% in 2025. Terwijl de industriële productie en de export in de eurozone stagneren, steunt de Europese groei voornamelijk op de dienstensector, onder andere dankzij het herstel van het toerisme. De Duitse economie stagneert sinds 2023, omdat haar concurrentiekracht een dreun heeft gekregen toen ze goedkope Russische energie moesten vervangen voor duurdere Amerikaanse energie. De Duitse consument is nog steeds afwachtend, en dus moet alle heil komen van de Duitse export, voornamelijk naar China. Maar ook dat loopt niet zo vlot, nu China zich geleidelijk omvormt van klant tot serieuze concurrent, met name in de elektrische autobranche.

Bij de opkomende economieën werkt India zich in de schijnwerpers. De verwachte groei wordt er geschat op 7,8% in 2024 en 7% in 2025, nog een stuk sneller dan de 4,9% en 4,5% voor China. De Chinese groei vermindert. De zware investeringen in het verleden in infrastructuur, onroerend goed en industriële productie hebben geleid tot massale overinvesteringen, wat blijkt uit de aanhoudende crisis in de vastgoedsector. Het belang van de consumptie in het bruto binnenlands product daalt voortdurend, terwijl de export de laatste jaren moet opboksen tegen hoge tariefmuren in de Verenigde Staten en geleidelijk ook in Europa. Peking wil de investeringen nu heroriënteren naar nieuwe technologieën omdat de Amerikaanse overheid export van geavanceerde technologie naar China in toenemende mate belemmert.

De Chinese groeimotor sputtert

De Chinese groeimotor sputtert

Bron: IMF en Bloomberg

Centrale banken gaan één voor één overstag

In 2022 schoten centrale banken wereldwijd in actie om via renteverhogingen de strijd aan te binden met de inflatie. Hun volgehouden en daadkrachtige optreden leidde tot het gewenst resultaat: de inflatie is aardig op weg om richting de 2%-doelstelling te bewegen.

De centrale banken lijken de strijd tegen de inflatie te winnen.

Het bleek een precieze evenwichtsoefening, want de renteverhogingen mochten geenszins de economische groei in gevaar brengen. Sinds maart van dit jaar zien we de eerste renteverlagingen in achtereenvolgens Zweden, Groot-Brittannië, de eurozone en Canada. De Verenigde Staten zullen wellicht in september volgen.

Inflatie raakt onder controle, Japan is buitenbeentje

Inflatie raakt onder controle, Japan is buitenbeentje

Bron: US Bureau of Labor Statistics, Eurostat en Statistics Bureau of Japan

Japan is een buitenbeentje op het vlak van inflatie. Na tientallen jaren van deflatie heeft het land nu een  inflatie van 2,8%. In Westerse ogen klinkt dat niet alarmerend, maar voor Japan is het uitzonderlijk: al ruim 27 maanden ligt het cijfer boven de 2%-doelstelling.

In maart 2024 maakte de Bank of Japan (BOJ) een einde aan haar negatieve rentebeleid dat sinds 2016 van kracht was. Eind juli ging ze nog een stap verder: ze verhoogde haar rentetarief tot 0,25% en stelde voor dit jaar nog verdere verhogingen in het vooruitzicht. De aankondiging sloeg in als een bom: de yen schoot omhoog, en de Japanse beurs nam een duik van 20%. Beleggers vreesden dat de hogere rentes en een sterkere yen een negatieve impact zouden hebben op de export en bijgevolg op de groei.

Het vooruitzicht van meerdere renteverhogingen in Japan sloeg in als een bom.

De zogenaamde ‘carry trades’, waarbij handelaars geld lenen in een munt met lage rente om te investeren in activa uitgedrukt in een valuta met hogere rente, werden haastig beëindigd.. De felle reactie van de markten was slechts van korte duur en de Japanse aandelenkoersen herstellen snel.

De beurzen zijn niet (lang) van de wijs te brengen

Zwakkere werkgelegenheidscijfers bliezen begin augustus de recessievrees nieuw leven in. Die onrust gecombineerd met de onverwachte rentebeslissing in Japan jaagden beleggers de stuipen op het lijf. De dip was echter van korte duur, want nieuwe macro-economische data waren wel geruststellend, net als de aankondiging van de Bank of Japan dat ze de rente zou bevriezen. De koersverliezen werden in enkele dagen hersteld.

De markten noteren nog steeds in het groen, met de Verenigde Staten ruim aan kop (S&P 500 +18%), de eurozone (Stoxx Europe 600 +11%), Japan (Topix +10,5%) en de opkomende markten China (MSCI Emerging Markets +9%). Ze worden gestimuleerd door de goede vooruitzichten voor de groei van de winst per aandeel in 2024 en 2025. Voor het tweede kwartaal publiceerden de bedrijven alvast beter dan verwachte resultaten, zowel in de VS als in Europa – al waren ze in het oude continent opmerkelijk zwakker dan in Amerika: de omzetgroei bedroeg er een magere 1,8% (versus 4,8% in de VS) en de winstgroei was zelfs negatief (-14,4% versus 9,4%).

Ontwikkeling van de belangrijkste beursindexen (in eurotermen)

Evolutie van de belangrijkste beursindexen (in eurotermen)

Bron: Solactive

De vernieuwde hoop op rentedalingen zorgde voor goed weer op de obligatiemarkten. Dankzij de stijgende obligatiekoersen daalden de 10-jaarsrentes op staatsobligaties: van 4,4% naar 3,8 % in de VS en van 2,6 naar 2,2 % in Europa (Duitse Bund).

De Amerikaanse dollar, die duurder was geworden tegenover de euro, viel licht terug onder het niveau van begin dit jaar, rond 1,11 euro.), net als Brent- olie (+ 2%).

Vooruitzichten voor de rest van het jaar

Delen Private Bank gaat uit van een verdere daling van de inflatie en een zachte landing van de economie. In dit scenario zullen de westerse centraal bankiers met gerust hart hun beleidsrentes (verder) kunnen verlagen.

Dat zou een gunstige context scheppen voor zowel aandelen als obligaties. Toch moeten we rekening houden met een verhoogde volatiliteit, gelet op het risico op een aanhoudende inflatie, nieuwe escalaties in Oekraïne en het Midden-Oosten en onverwachte wendingen bij de Amerikaanse verkiezingen. Een voorzichtige houding blijft geboden, zeker in het licht van de aanzienlijke koerswinsten die dit jaar al behaald werden.