Wat gaat de ‘Wet werkelijk rendement box 3’ voor u betekenen?
- 14 september 2023
- Financiële en estate planning
Internetconsultatie over wet die in 2027 in moet gaan
Vorige week lekte de eerste plannen over een conceptvoorstel voor het nieuwe box 3-systeem via de media uit. Op vrijdag 8 september 2023 heeft het demissionaire kabinet de internetconsultatie gestart over de nieuwe vorm van box 3. Dat betekent dat iedereen op het wetsvoorstel kan reageren. Het wetsvoorstel kunt u lezen via deze link. De wetgeving voor de nieuwe box 3-heffing moet volgens de planning van het demissionaire kabinet in 2027 ingaan. Het wetsvoorstel en de reacties op de internetconsultatie vormen voor het volgende kabinet de basis voor de uitwerking van het nieuwe stelsel. Hierna geven wij u in hoofdlijnen een overzicht van het voorstel die tot 20 oktober 2023 open staat voor consultatie.
Aanleiding
Het huidige box 3 stelsel is gebaseerd op een fictief inkomen uit vermogen. In het ‘Kerstarrest’ heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 geoordeeld dat de sinds 1 januari 2017 vormgegeven box 3 heffing strijdig is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Het demissionaire kabinet heeft daarop een voorstel ter consultatie aangeboden waarbij belasting geheven wordt over het werkelijke rendement
Uitgangspunt: vermogensaanwasbelasting
Uitgangspunt is dat vanaf 1 januari 2027 geheven gaat worden over het daadwerkelijke inkomen uit vermogen. Dit voordeel bestaat zowel uit direct als indirect rendement. Kosten komen in aftrek van de voordelen. In geval van direct rendement kunt u denken aan rente, huur en dividend. Indirect rendement omvat de waardeontwikkeling van een vermogensbestanddeel. Jaarlijks wordt belasting geheven over zowel de gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkeling. Dit betekent dat belasting betaald moet worden als een aandeel of obligatie in waarde stijgt, ook als deze niet is verkocht. In geval van een waardedaling kan het verlies onder voorwaarden worden verrekend met box 3 inkomen uit andere jaren.
Uitzondering op vermogensaanwasbelasting: vermogenswinstbelasting
Voor onroerende zaken geldt een uitzondering. Onroerende zaken worden belast door middel van een vermogenswinstbelasting. Het directe rendement (zoals huur) wordt belast in het jaar van ontvangst. De waardeontwikkeling (indirect rendement) wordt pas belast bij verkoop van het vastgoed of bij overlijden of emigratie van een belastingplichtige.
De vermogenswinstbelasting gaat ook gelden voor aandelen in familiebedrijven en aandelen in niet-beursgenoteerde innovatieve startende ondernemingen. De definitie van deze bedrijven moet nog verder uitgewerkt worden.
Aandachtspunt: waardering van vastgoed tegen verkrijgingsprijs?
We zijn benieuwd op welke wijze een vermogenswinst wordt bepaald bij een realisatie, zoals verkoop van vastgoed. In beginsel wordt een vermogenswinst bepaald door de verkoopopbrengst te verminderen met de historische verkrijgingsprijs. Of vindt er een herwaardering van de verkrijgingsprijs plaats naar de waarde in het economische verkeer bij invoering van het nieuwe box 3-systeem?
Uitzondering op vermogenswinstbelasting: forfaitaire heffing
Een vakantiewoning wordt in box 3 als een woning voor eigen gebruik beschouwd. Ten behoeve van de eenvoud wordt een vakantiewoning op basis van een forfait belast. Het forfait is een percentage van de WOZ-waarde. Er gelden enkele voorwaarden. Zo mag de WOZ-waarde van de eerste woning voor eigen gebruik niet meer dan € 1.200.000 bedragen. Daarnaast moet de eerste woning voor minimaal 70% in eigen gebruik zijn. Zijn er meerdere vakantiewoningen? Slechts één vakantiewoning kan in de aangifte als eerste woning voor eigen gebruik worden aangemerkt. In geval van fiscaal partnerschap kunnen partners één woning kiezen. Als eenmaal een keuze is gemaakt, kan hier niet op worden teruggekomen.
Box 3-tarief
In het conceptwetsvoorstel wordt gesproken over een vlak box 3-tarief. De hoogte van het tarief wordt echter niet genoemd. Wel zijn er budgettaire berekeningen gemaakt in de toelichting bij het voorstel met tarieven van 33%, 35% en 37%.
Verliesverrekening
Het werkelijk rendement kan in een jaar negatief zijn. In dit kader is voorgesteld om een verliesverrekeningsregeling op te nemen. Het gaat om het onbeperkt voorwaarts verrekenen van verliezen met positief box 3-inkomen van toekomstige jaren.
Heffingsvrij inkomen
Momenteel heeft u recht op een heffingsvrij vermogen van € 57.000 (2023). Voorgesteld is om het heffingsvrij vermogen te vervangen door een heffingsvrij inkomen. Daarmee wordt een deel van het rendement vrijgesteld van belastingheffing. De hoogte van het heffingsvrije inkomen is nog onbekend.
Neem gerust contact op bij vragen
Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Zodra er een concreet wetsvoorstel is, zullen wij u hierover informeren. Heeft u specifieke vragen over de mogelijke impact van de voorgenomen wijzigingen op uw financiële positie en planning? Neem gerust contact op met uw private banker. Wij helpen u graag verder. Tijdens onze bijeenkomsten Perspectieven besteden wij ook aandacht aan dit onderwerp.