Bescherming en optimalisatie van de gezinswoning tussen echtgenote
- 15 februari 2024
- Juridisch
Wanneer u overlijdt, erft uw echtgenoot1 in principe² het vruchtgebruik van uw aandeel in de gezinswoning en uw kinderen (of andere erfgenamen of legatarissen) erven de blote eigendom. Als de langstlevende deze woning daarna wil verkopen, heeft hij hiervoor de toestemming van de kinderen nodig. Bovendien zullen de kinderen recht hebben op een deel van de verkoopprijs (afhankelijk van de waarde van het vruchtgebruik) of de verkoopprijs zal moeten gestort worden op een rekening op naam van de langstlevende voor het vruchtgebruik en op naam van de kinderen voor de blote eigendom.
Als u aan uw echtgenoot een maximale zekerheid en comfort wil bieden voor de gezinswoning, kan u ervoor zorgen dat hij of zij een groter aandeel dan enkel het wettelijk vruchtgebruik van deze woning bekomt. U beschikt hiervoor over enkele eenvoudige mogelijkheden.
Bescherming via testament
U kan een testament opstellen waarin u aan uw echtgenoot de mogelijkheid geeft om zelf een vrij te kiezen percentage van uw aandeel in de gezinswoning in volle eigendom, in vruchtgebruik dan wel in blote eigendom te verkrijgen. Als de langstlevende op basis van dit testament opteert voor een integrale toebedeling van de gezinswoning in volle eigendom, wordt hij/zij hiervan volledig eigenaar en behoudt hij/zij hierop de volledige controle en beslissingsmacht. De langstlevende kan deze woning dan alleen verkopen (d.i. zonder de toestemming van de kinderen) en de kinderen zullen in dat geval geen recht hebben op een deel van de verkoopprijs. Kortom, de langstlevende beschikt over een maximale zekerheid en comfort over de gezinswoning. Ook fiscaal zit hij of zij goed want de vererving van de gezinswoning tussen echtgenoten is in de drie gewesten vrijgesteld van erfbelasting³ (zie verder).
Als de langstlevende volledig eigenaar wordt van de gezinswoning, zal de successiedruk hierop toenemen in zijn nalatenschap4 en bestaat het risico dat de kinderen deze woning ‘verbruikt’ zien worden door de langstlevende echtgenoot. Om hieraan tegemoet te komen, kan u in uw testament de gezinswoning geheel of gedeeltelijk in volle eigendom toekennen aan uw echtgenoot, en tegelijkertijd een beding van fideïcommis de residuo5 voorzien in het voordeel van uw kinderen van een danig gedeelte van de gezinswoning, zodat uw kinderen de gezinswoning uit de nalatenschappen van uzelf en uw echtgenoot voor gelijke delen zullen erven. Bij het overlijden van de langstlevende ouder – en op voorwaarde dat de gezinswoning nog steeds in natura aanwezig is in zijn nalatenschap – zal de helft van de gezinswoning in zijn nalatenschap belast worden. De andere helft zal op grond van het beding van fideïcommis de residuo in de nalatenschap van de eerststervende belast worden (door indiening van een bijvoeglijke aangifte).
De langstlevende kan bij de uitoefening van zijn keuze eveneens, wanneer men de gezinswoning binnen de familie wil houden, rekening houden met de wensen van de kinderen. Heeft u bijvoorbeeld twee kinderen, dan kan de langstlevende echtgenoot de toebedeling van de gezinswoning in volle eigendom beperken tot 98%. Dit aandeel kan dan genieten van de vrijstelling van de erfbelasting, terwijl de resterende 2% onmiddellijk toekomt aan de kinderen en in hun hoofde belast wordt met de erfbelasting. Daarna kan één van beide kinderen (of beide kinderen samen) de 98% volle eigendom van de langstlevende overkopen tegen betaling van een marktconforme prijs. Dit gebeurt in principe met toepassing van het verdelingsrecht van 2,5% (als het onroerend goed gelegen is in het Vlaams Gewest) of 1% (als het goed gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk of Waals Gewest) en wordt berekend op de totale waarde van het goed bij een volledige uitonverdeeldheidtreding. Alvast een heel verschil met het verkooprecht dat standaard 12%6 bedraagt als de woning gelegen is in het Vlaams Gewest (of 12,5% als deze gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk of in het Waals Gewest) als zou worden overgegaan tot verkoop7van de woning aan bijvoorbeeld één van de kinderen, of vergeleken met de schenkbelasting die in rechte lijn kan oplopen tot 27% in de drie gewesten.
Het testament biedt verschillende voordelen. Het krijgt pas uitwerking bij uw overlijden, en ondertussen kan u de gezinswoning blijven gebruiken, deze verkopen, in pand geven en zelfs wegschenken. Wijzigen uw omstandigheden? Dan kan u uw testament eenvoudig herroepen of aanpassen.
Anderzijds houdt u bij de opstelling van een testament best rekening met het volgende:
- Een onderhands (of eigenhandig) testament dient volledig met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend te zijn. Er gelden ook inhoudelijke beperkingen.
- Uw kinderen genieten in België van een gewaarborgd erfrecht en zullen steeds samen recht hebben op de helft van uw zgn. rekenboedel8 (= alle op het ogenblik van overlijden nagelaten goederen, verminderd met de schulden van de nalatenschap en verhoogd met alle tijdens het leven gedane – en desgevallend geïndexeerde of geherwaardeerde – schenkingen) waardoor u testamentair slechts vrij mag beschikken over de andere helft. In geval van overschrijding van deze helft kunnen uw kinderen (of één van hen) de inkorting vorderen. Dit gebeurt echter niet van rechtswege.
1. Om leesbaarheidsredenen gebruiken we in dit artikel de termen ‘echtgenoot’ en 'zijn' als genderneutrale begrippen.
2. U kan afwijkende bepalingen opnemen in een testament, een contractuele erfstelling in of buiten de huwelijksovereenkomst, een contract van aanwas, enz.
3. Hoewel de termen ‘schenk- en erfbelasting’ enkel in het Vlaams Gewest gebruikt worden (en we in het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest spreken van ‘schenkings- en successierecht’) zullen we voor de leesbaarheid van deze bijdrage uniform de termen ‘schenk- en erfbelasting’ hanteren.
4. Tenzij de langstlevende verdere stappen onderneemt, bijvoorbeeld door deze woning te verkopen en de verkoopprijs geheel of gedeeltelijk te schenken aan de kinderen, als dan niet mits betaling van de schenkbelasting van 3% (als de schenker zijn fiscale woonplaats heeft in het Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of 3,3% (in het Waals Gewest).
5. Een fideïcommis de residuo wordt klassiek omschreven als een gift waarbij de beschikker het geheel of een deel van zijn goederen overmaakt aan een eerste begiftigde (de zgn. bezwaarde, in casu uw echtgenoot) en het resterende deel naar een tweede begunstigde gaat (de zgn. verwachter, bijvoorbeeld uw kinderen) die eveneens door de beschikker worden aangewezen.
6. Wie een enige en eigen woning aankoopt kan onder bepaalde voorwaarden genieten van het tarief van 3%.
7. Ook in deze hypothese wordt de gezinswoning door deze verkoop ‘roerend’ en neemt de noodzaak aan verdere successieplanning voor het roerend vermogen toe.
8. Voorheen 'fictieve massa' genoemd.
Bescherming via (wijziging van) de huwelijksovereenkomst
Als u gehuwd bent onder een gemeenschapsstelsel en de gezinswoning maakt deel uit van uw huwelijksgemeenschap, kan u een maximale bescherming van de langstlevende echtgenoot voorzien door in uw huwelijksovereenkomst uitdrukkelijk te bepalen dat de gezinswoning bij overlijden van één van u beiden in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende. In tegenstelling tot bovenvermelde bevoordeling via testament kunnen de kinderen de toebedeling van een gemeenschappelijke gezinswoning via de huwelijksovereenkomst in principe niet aanvechten als hierdoor hun reserve zou worden aangetast. Het burgerlijk recht beschouwt zo’n toebedeling namelijk niet als een schenking maar als een huwelijksvoordeel onder bezwarende titel, waarop de regels van de erfrechtelijke inbreng en inkorting niet van toepassing zijn.
Bescherming via (wijziging van) de huwelijksovereenkomst
Als u gehuwd bent onder een gemeenschapsstelsel en de gezinswoning maakt deel uit van uw huwelijksgemeenschap, kan u een maximale bescherming van de langstlevende echtgenoot voorzien door in uw huwelijksovereenkomst uitdrukkelijk te bepalen dat de gezinswoning bij overlijden van één van u beiden in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende. In tegenstelling tot bovenvermelde bevoordeling via testament kunnen de kinderen de toebedeling van een gemeenschappelijke gezinswoning via de huwelijksovereenkomst in principe niet aanvechten als hierdoor hun reserve zou worden aangetast. Het burgerlijk recht beschouwt zo’n toebedeling namelijk niet als een schenking maar als een huwelijksvoordeel onder bezwarende titel, waarop de regels van de erfrechtelijke inbreng en inkorting niet van toepassing zijn.
U kan in uw huwelijksovereenkomst uitdrukkelijk bepalen dat de gezinswoning bij overlijden in volle eigendom zal toekomen aan de langstlevende echtgenoot.
Ook hier kan de toebedeling in volle eigendom leiden tot een verhoging van de successiedruk bij het overlijden van de langstlevende partner, of kan de langstlevende deze woning ‘verbruiken’. In tegenstelling tot het testament is het niet mogelijk om een beding van fideïcommis de residuo op te nemen in uw huwelijksovereenkomst. Maar u kan dan wel een (voldoende ruim geformuleerd) keuzebeding opnemen in uw huwelijksovereenkomst op basis waarvan de langstlevende partner de mogelijkheid heeft om vóór de verdeling van de huwelijksgemeenschap de gezinswoning (of een aandeel hiervan) uit de gemeenschap vooraf te nemen of waarbij hij/zij de mogelijkheid heeft om bij de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen (dus na de eventuele vooruitmaking) een ander breukdeel dan de helft van de gezinswoning toebedeeld te krijgen in volle eigendom, in blote eigendom of in vruchtgebruik.
Het keuzebeding – en de voordelen van dit beding – werden uitvoerig toegelicht in onze eerdere bijdrage Het keuzebeding: hoe bescherm ik mijn echtgeno(o)t(e) maximaal? (Delen Expertise – februari 2022).
Als de gezinswoning daarentegen deel uitmaakt van uw eigen vermogen (bijvoorbeeld omdat u deze woning verkreeg door een erfenis of schenking, of omdat u gehuwd bent onder het stelsel van scheiding van goederen), dan kan u deze woning ‘gemeenschappelijk’ maken door deze in te brengen in het gemeenschappelijk vermogen9 of in een zgn. ‘toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen’ (‘TIGV’)10. In dezelfde (notariële) akte waarbij u de gezinswoning inbrengt, kan u dan onmiddellijk een keuzebeding opnemen waarin u een afzonderlijke keuzemogelijkheid voorziet voor de toebedeling van de gezinswoning.
In tegenstelling tot het testament (dat u helemaal alleen opstelt en dat u op ieder ogenblik eenzijdig kan wijzigen of herroepen) vereist iedere wijziging van uw huwelijksovereenkomst steeds een notariële akte en is het akkoord van uw echtgenoot nodig.
9. Als u gehuwd bent zonder huwelijksovereenkomst of onder een gemeenschapsstelsel.
10. Als u gehuwd bent onder het stelsel van scheiding van goederen.
Fiscale gevolgen
De vererving van de gezinswoning tussen echtgenoten is in de drie gewesten vrijgesteld van erfbelasting, althans wanneer deze woning privé11 wordt aangehouden. Deze vrijstelling is van toepassing op de woning die dienst deed als gezamenlijke hoofdverblijfplaats van de overledene en diens echtgenoot op het moment van overlijden. Als u in de vijf jaar voorafgaand aan uw overlijden uw fiscale woonplaats het langst in het Waals Gewest heeft gehad (en u dus onder de Waalse successierechten valt), moet de woning op het ogenblik van uw overlijden daarenboven minstens vijf jaar tot hoofdverblijfplaats hebben gediend (tenzij in geval van overmacht).
De vererving van de gezinswoning tussen echtgenoten is in de drie gewesten vrijgesteld van erfbelasting.
De aanhorigheden12, zoals de garage en de tuin, genieten eveneens deze vrijstelling. Bovendien kan de vrijstelling ook worden toegekend voor een bedrijfsgebouw dat deel uitmaakt van een samenhangend complex (bijvoorbeeld een hoeve, een handelszaak, een kantoorruimte in een handelscomplex) indien het deel dat wordt gebruikt voor professionele doeleinden en het privégedeelte onafscheidelijk deel uitmaken van één samenhorend complex, en het bedrijfsgedeelte – gelet op de waarde en/of de omvang – ondergeschikt is aan het bedrijfsgedeelte. Als aan deze voorwaarden niet wordt voldaan, dan zal de vrijstelling niet gelden voor het professionele gedeelte.
Sommige gebeurtenissen kunnen echter als gevolg hebben dat u niet langer in de mogelijkheid verkeert om samen met uw echtgenoot in de gezinswoning te leven. We denken bijvoorbeeld aan de hypothese waarin aan uw samenwoning een einde is gekomen door een feitelijke scheiding of door een geval van overmacht dat tot op het ogenblik van het overlijden heeft voortgeduurd. In dergelijke gevallen neemt de wetgeving uw laatste gezinswoning in aanmerking.
11. Deze vrijstelling geldt niet wanneer de gezinswoning eigendom is van een vennootschap.
12. Als ‘aanhorigheid’ wordt beschouwd elk gebouwd of ongebouwd onroerend goed dat volgens zijn aard, ligging, oppervlakte en waarde een normale bijhorigheid van de woning vormt.
Besluit
De verwerving van de gezinswoning is een belangrijke – zoniet de belangrijkste – investering in uw leven. Het gaat immers om de plaats waar u dagelijks met uw gezin samenwoont en van waaruit u uw voornaamste belangen behartigt. Op die manier vormt ze vaak het belangrijkste bestanddeel van uw vermogen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat deze woning een sentimentele waarde heeft voor uzelf en voor uw echtgenoot en dat de bescherming van deze woning uw volle aandacht verdient, ook na uw overlijden. De vererving van de gezinswoning tussen echtgenoten is weliswaar vrijgesteld van erfbelasting maar verdient toch de nodige aandacht om te vermijden dat deze woning een extra fiscale druk teweegbrengt bij het overlijden van uw echtgenoot.
Wij overlopen graag met u de mogelijkheden. Heeft u vragen of wenst u meer informatie? Neem gerust contact op met uw relatiebeheerder.