Denmark - Artiest met een visie
- 23 augustus 2023
- Inspired
Hij vergelijkt het kunstenaarschap met bergbeklimmen en schuwt de maatschappijkritiek niet. Al vijftig jaar versnijdt en verscheurt Denmark papierbergen tot gerecycleerde kunstwerken. Filips De Ferm, kunstliefhebber en medeoprichter van het privékunsthuis FIBAC, zocht hem op in zijn atelier te Prouvy voor een openhartig gesprek.
Met ANARCHIVES wordt uw vijftig jaar kunstenaarschap door Johan Pas, hoofd van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, in één woord samengevat. Bent u een anarchist?
Denmark: Ik denk dat er een rebel schuilt in elke kunstenaar die maatschappijkritisch werk maakt. Anderzijds heb ik er ook nood aan om me terug te trekken op een eiland. Ik beschouw mijn atelier dan ook als een zuurstoffabriek die ik nodig heb tegen de uitstoot van de mediabroeikassen. Nog meer dan in de jaren zeventig en tachtig worden we bestookt door prikkels die ik creatief tracht te bekampen.
Na uw studies kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Gent liet u in 1972 voor de eerste keer uw kritische stem horen. Was het kunstenaarschap voor u een roeping?
Denmark: Het was inderdaad een roeping die al duidelijk werd tijdens mijn droeve jaren op het internaat. Toen er eindelijk een einde kwam aan de langste periode van mijn leven, wou ik me inschrijven aan de academie, maar mijn ouders stelden hun veto en besloten dat kunstgeschiedenis meer zekerheid bood. Aan de universiteit werd ik geconfronteerd met de relativiteit van kennis want menig cursus bleek op het einde van een academiejaar al achterhaald omwille van nieuwe bronnen. Toen ik na vier jaar mijn diploma in ontvangst mocht nemen, was mijn studentenkamer tot de nok gevuld met stapels papier die niet langer relevant waren.
Om met een schone lei aan een nieuw hoofdstuk te beginnen, besloot ik de nutteloze papierberg op te ruimen. Tijdens het verscheuren ontdekte ik verrassende visuele structuren, een mogelijke methodiek die me een aha-erlebnis bezorgde. Met als gevolg dat ik enkele maanden na het behalen van mijn diploma magazines verticaal en trapsgewijs begon te verscheuren. Vanaf 1974 begon ik ook met het horizontaal versnijden van boeken, kranten en magazines en deze te benoemen als Dode Letters. Ik maakte gebruik van afgestoten archieven. In die tijd werd een kunstenaar geacht duidelijke statements te maken en was het woord recyclage nog lang niet ingeburgerd. De symboliek van een tabula rasa om de leegte van het niet-weten te omarmen, betekende zoveel als de blauwe lucht van Yves Klein, mijn idool en enig lichtpunt tijdens de donkere jaren op het internaat.
U vond rijkdom in de leegte?
Denmark: Door met paradoxen te werken, ontwikkel je inderdaad een manier van denken die heel rijk is. Want tegenstellingen leiden tot vraagstelling, de basis van de filosofie die an sich relativerend is. In de jaren zeventig was het in kunstenaarsmilieus trouwens bon ton om Wittgenstein te citeren, maar slechts één man slaagde erin om diens theorie helder uit te leggen en dat was de grote filosoof, professor Etienne Vermeersch. Met Wittgenstein in gedachten heb ik mezelf verplicht om me te beperken tot krachtige, beknopte statements. Wat je wil zeggen, moet je helder kunnen uitleggen. Ook als kunstenaar.
Het belang van woorden doet me vermoeden dat u een denker bent. Anderzijds zijn uw kunstwerken het resultaat van noeste arbeid en doorleefde gevoelens. Begint uw creatieproces bij het denken, het voelen of het doen?
Denmark: Alles begon met doen, meer bepaald met het verscheuren van achterhaalde notities. De aha-erlebnis en het conceptueel denken volgden, maar tijdens het daaropvolgend creatieproces kregen mijn gevoelens de overhand. Als ik op afvalterreinen van de papierophalers de bergen oud papier beklom, schoten er allerlei emoties door me heen. Wanneer er net een container papier uit Hoboken was gestort, werd ik geconfronteerd met de banaliteit van goedkope roddelblaadjes. Wanneer de container afkomstig was uit Schilde belandde ik in de glitterwereld van Vogue en Harper’s Bazaar. Maar een eureka-gevoel kreeg ik tijdens mijn verblijf in Parijs in 1992. Alsof het lot ermee gemoeid was, trof ik op een ochtend op twee stappen van het atelier drie enorme stapels kunstmagazines aan, netjes klaargezet voor de afhaaldienst. Euforisch sleurde ik de buit naar mijn werkplaats om vervolgens drie maanden te wroeten aan een werk dat de blabla van de kunstwereld in vraag zou stellen.
Het balkenarchief dat in ons kantoor in Antwerpen tentoongesteld staat, is niet alleen mooi, maar symboliseert ook een teruggave aan het hout. Hoe belangrijk is die ecologische boodschap?
Denmark: We verbruiken wereldwijd één miljoen ton papier per dag. Zeker is dat we het met minder papier en dus ook hout moeten doen. Het zou mooi zijn als de media meer zouden meewerken aan de kwaliteit van de publieke verstandhouding en zich meer zouden bezighouden met burgerlijke begripsvorming. In het maatschappelijk engagement zit ook een stukje goedheid van mezelf. Zoals Plotinus in de derde eeuw na Christus het zo goed verwoordde: ‘Eén worden met het hoogste, het Ene, dat mooi, goed en schoon is.’
Ook het werk dat ik vijftien jaar geleden maakte op vraag van Peter Adriaenssens en zijn medewerkers beantwoordt naar mijn gevoel aan deze criteria. Een paar duizend dossiers over kindermishandeling die moesten vernietigd worden, heb ik versneden en geperst in vijf munitiekisten waarvan de binnenkant was bekleed met isolatiemateriaal en vilt als het ware om de pijn te verzachten. Het oppervlak van de versneden dossiers heb ik met een bandschuurmachine gepolijst tot haast steenharde, witte marmer dat symbool staat voor maagdelijke onschuld. Als tabula rasa van het geleden onrecht staat het werk nu in Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling in Leuven. De boodschap die daarmee wordt gegeven is dat de kinderen er hun diepste geheimen mogen toevertrouwen om zich te bevrijden van de pijn. Ik noemde het werk dan ook Turning Pages om hen aan te moedigen de pagina’s van het verleden om te slaan en zo een nieuw hoofdstuk te kunnen schrijven op een ongeschreven blad.
In de pijn zit de grootste kracht?
Denmark: Inderdaad. Ik had kunst nodig om mijn trauma’s te verwerken en leegheid te vinden, maar het kunstenaarschap is niet de gemakkelijkste weg. Misschien daarom dat ik zo gefascineerd ben door wandel - en bergboeken. Mijn zoektocht naar leegheid is zoals de eenzame klim van een alpinist naar de top. Wanneer hij op het einde van zijn carrière talloze noordwanden heeft kunnen beklimmen, moet hij iedereen die aan de voet van de berg op hem heeft gewacht dankbaar zijn. Het individualisme van een kunstenaar is dan ook niet meer dan een vorm van egoïsme die hij op het einde van zijn leven moet ombuigen naar dankbaarheid. Maar dat kan enkel als hij het ego heeft gekend. Net zoals je de leegheid maar kan vinden door de volheid te aanvaarden. Het is een tegenstelling die me altijd zal blijven boeien.
Zin in nog een artikel? Ga naar het overzicht van Inspired volume 2