Delen Private Bank Gent: van textiel tot vermogensbeheer

Aan de Gentse vestiging van Delen Private Bank zijn de klokken van de Sint-Baafskathedraal duidelijk te horen. De Coupurewijk ademt echter niet alleen de onweerstaanbare charme van de Stroppenstad, maar speelde ook een belangrijke rol in het economische en industriële verleden van de hele regio.

Na een periode in Merelbeke, in de rand rond Gent, besluit Delen Private Bank in 2007 op zoek te gaan naar een locatie in het centrum, om de klanten nog beter te kunnen verwelkomen en de activiteiten optimaal te ontplooien.

In 2010 komt een pand in beeld in de Coupure Rechts 102, kort daarna gevolgd door de woning met huisnummer 100.

De Coupure: industrie en patriciërswoningen

Laten we beginnen met een stukje (roemrijke) geschiedenis! In 1751 vaardigde keizerin Maria Theresia van Oostenrijk een octrooi uit om de Leie te verbinden met de Brugse Vaart door middel van een 'coupure' of doorsteek. Het kanaal gaf het startschot voor de Gentse industriële revolutie en groeide uit tot een belangrijke verbindingsweg voor de economie in onze contreien. In 1648 was de Schelde immers afgesloten voor het scheepvaartverkeer door de scheiding van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. In de toen nog landelijke Coupurewijk werden einde achttiende eeuw, tijdens de eerste industriële revolutie verschillende industriegebouwen opgetrokken: tabaksbedrijven, suiker- en zoutraffinaderijen, de eerste metaalverwerkende ondernemingen, brouwerijen en ... katoenspinnerijen.

Tijdens de negentiende eeuw verrezen langs de oevers van dit kanaal, dat de economische motor van de stad was geworden, de privéwoningen van verschillende Gentse notabelen, onder wie een aantal bedrijfsleiders uit typisch Vlaamse economische sectoren.

Kloppend hart van de katoensector

Huisnummer 102 voert ons terug naar de belle époque en de katoenspinnerijen, een Gentse activiteit bij uitstek. In 1899 volgde Robert Brasseur (1878-1967), een telg uit een industriële en politiek actieve familie, zijn vader op aan het hoofd van katoenspinnerij Nouvelle Orléans. Die spinnerij zou in 1972 overgenomen worden door Union Cotonnière (UCO), waarvan Brasseur een van de medeoprichters was in 1919. Robert Brasseur was ook bijzonder actief in de werkgeversorganisaties. Zo was hij betrokken bij de oprichting van Febeltex (de federatie van de Belgische textielnijverheid), waarvan hij ook de eerste voorzitter was.

In 1910 vatte Brasseur het plan op om zich te vestigen langs een van de prestigieuze economische aders van de stad. Hij deed een beroep op de Luikse architect Charles-Auguste Castermans (1865-1945) om een herenhuis te ontwerpen in neorococo-stijl. De woning bestond uit vijf traveeën en drie bouwlagen onder een pseudomansardedak met vier houten dakkapellen, een bakstenen gevel met rijk gebruik van Franse steen en een kroonlijst met tandlijst op klossen. De sterk uitgewerkte bel-etage valt op door de gebogen erker en de rondboogvensters met schelpvormige bekroningen en ijzeren leuningen.

Na de dood van Robert Brasseur werd het stadspaleis van de textielondernemer tot 1993 een meisjesinternaat van de stad Gent. Daarna bood het pand tot 2008 onderdak aan het Militair Commando van de Provincie Oost-Vlaanderen.

Restauratie met focus op de historische waarde én de klanten

Delen Private Bank plant in 2010 de verhuis van de Gentse vestiging van Merelbeke naar het centrum van Gent en verwerft dit herenhuis.

De interne teams van de bank maken een erezaak van de renovatie en opwaardering van dit unieke gebouw, dat met zijn neorococo-gevel bepalend is voor het beschermde stadsgezicht van de Coupure.

Op de begane grond en de eerste verdieping worden prachtige ontvangstruimtes gecreëerd, terwijl de tweede verdieping wordt omgetoverd tot een open space. De kelderverdieping wordt uitgebreid om er een eetzaal voor de medewerkers in onder te brengen. Door de verwijdering van de zoldervloer komt het houtwerk optimaal tot zijn recht en ontstaan een multifunctionele ruimte waar events kunnen worden georganiseerd en een salon met zicht op de torens van Gent.

Verder wordt onder de percelen van huisnummers 100 en 102 in een ondergrondse parking voorzien die via een lift verbonden is met het hoofdgebouw. Op het niet-bebouwde stuk tussen huisnummer 102 en 104 (appartementsgebouw) verrijst bovendien een bijgebouw. Het is opgevat als een kubus van Franse steen, huisvest de technische installaties en biedt een prachtig uitzicht op de Coupure, zonder de aandacht van het historische pand af te leiden.

Een volgende uitbreiding: Coupure 100

Naast de voormalige woning Brasseur heeft de bank in 2017 het pand in de Coupure Rechts 100 aangekocht, om in te spelen op de groei van de Gentse activiteiten. Voor de geschiedenis van dit gebouw verlaten we de textielsector en focussen we op een familie die een belangrijke rol heeft gespeeld in de Belgische magistratuur en de culturele wereld. Louis Varlez (1868-1930), neef van de Gentse schrijver Maurice Maeterlinck, was advocaat en hoogleraar aan de Gentse universiteit. Hij kwam op voor de gewone werkman en zette zich in voor de oprichting van een hulpfonds voor werklozen.

Zijn familie kocht in 1905 een perceel aan langs de Coupure en gaf architect Dewaele de opdracht om een woning te ontwerpen. Kenmerkend voor het in ingetogen art-nouveaustijl uitgevoerde interieur zijn de marmeren treden van de toegangstrap. Na de Eerste Wereldoorlog verliet de familie de woning en werd het pand in gebruik genomen door het Belgische leger. Het gebouw bestaat uit vier traveeën en twee bouwlagen onder een pseudomansardedak. Op de eerste verdieping vinden we een erker en op de tweede verdieping plastische decoratie in een gebroken fronton.

Om de patrimoniale waarde van dit herenhuis te respecteren, hebben onze teams de technische installaties onder het mansardedak geplaatst. De renovatiewerken startten eind voorjaar 2018 en de oplevering vond plaats eind 2019. De tuin kon samensmelten met die van huisnummer 102, waardoor een aangenaam ogend geheel is ontstaan. We kijken ernaar uit om u ook in dit gebouw te mogen begroeten.

De teams van Delen Private Bank hebben beide gebouwen nieuw leven ingeblazen en ze met respect voor hun rijke geschiedenis aangepast aan de hedendaagse normen en gebruiksbehoeften. Deze restauratie is een mooi voorbeeld van de passie die de bank en haar teams aan de dag leggen om belangrijke architectuur en kunst te vrijwaren voor de toekomstige generaties.