Schenk rechtstreeks aan uw kleinkinderen zonder zorgen
- 10 december 2021
- Juridisch
U wilt uw kleinkinderen financieel steunen. Uw kinderen gaan hiermee akkoord want zij hebben zelf hun leven ondertussen financieel op de rails. U denkt aan een klassieke schenking of aan een testament in het voordeel van uw kleinkinderen. Maar let op. Deze technieken kunnen aanleiding geven tot ongelijkheid. Wat als niet ieder van uw kinderen evenveel kinderen heeft, terwijl u toch aan elk kleinkind evenveel wilt schenken of legateren? U moet ook rekening houden met de reserve van uw kinderen1, en met het feit dat u maximaal de helft van uw fictieve massa kunt vermaken aan uw kleinkinderen2. Schenkt of legateert u hen meer dan het beschikbaar deel, dan kunnen uw kinderen (of één van hen) bij uw overlijden de schenking of het testament aanvechten, en de inkorting vragen van wat u te veel schonk of legateerde aan uw kleinkinderen.
Inbreng ten behoeve van een derde
Om deze onzekerheid en mogelijke ongelijkheid te ondervangen, en ook om tegemoet te komen aan de groeiende wens van grootouders om rechtstreeks hun kleinkinderen te begunstigen, kunt u sinds 1 september 2018 een generatiesprong realiseren via de ‘inbreng ten behoeve van een derde3’. Deze techniek bestaat erin dat uw kind zich ertoe verbindt om de schenking die u doet aan zijn eigen kinderen (= uw kleinkinderen) fictief te laten aanrekenen op zijn erfdeel (en zelf in te brengen in uw nalatenschap) indien hij later uw nalatenschap aanvaardt, hoewel uw kind zelf van u niets gekregen heeft. Aangezien de schenking aan uw kleinkinderen beschouwd wordt als een ‘voorschot op erfdeel’ houdt u als schenker het beschikbaar deel van uw nalatenschap vrij en worden uw andere (niet-begiftigde) kinderen niet benadeeld. Zij verkrijgen immers hetzelfde erfdeel als uw kind dat zijn erfdeel heeft afgestaan. Hierdoor beperkt u het risico op inkorting, ook wanneer één of meerdere van uw andere kinderen zelf geen kinderen heeft. Anderzijds aanvaarden uw kleinkinderen op hun beurt dat wat zij van u hebben ontvangen, juridisch beschouwd wordt als een schenking die gedaan werd door hun ouder (= uw kind), en zullen zij deze schenking moeten inbrengen in de nalatenschap van hun ouder. De gevolgen van dergelijke schenking moeten dus beoordeeld worden op twee niveaus.
Een illustratie
Stel dat u een schenking wil doen van 100.000 euro aan uw zoon Sam en 100.000 euro aan uw dochter Iris. Sam heeft deze middelen niet nodig, Iris wel.
- Situatie voor 1 september 2018: vóór de hervorming van het erfrecht had u maar één mogelijkheid: schenkingen doen vooruit en buiten deel (die aangerekend werden op uw beschikbaar deel) zowel aan de kinderen van Sam als aan Iris zelf.
- Situatie sinds 1 september 2018: u kunt voortaan 100.000 euro schenken aan de kinderen van Sam en 100.000 euro aan Iris zonder uw beschikbaar deel uit te putten en zonder de gelijkheid tussen Sam en Iris te doorbreken – althans indien Sam zich verbindt tot inbreng.
Met deze techniek kunt u ook latere discussies vermijden tussen uw kinderen wanneer zij zelf een verschillend aantal kinderen hebben. Stel dat Sam twee kinderen heeft, en Iris slechts één kind. U wenst een schenking te doen van eenzelfde bedrag van 50.000 euro aan elk van uw kleinkinderen. Deze schenking wordt in principe aangerekend op uw beschikbaar deel waardoor dit verkleint terwijl u dit niet wenst, bijvoorbeeld omdat u nog andere personen wenst te bevoordelen (zoals uw partner of een goed doel). Bovendien doorbreekt u de gelijkheid tussen de takken: de tak van Sam krijgt meer dan de tak van Iris. Met een ‘inbreng ten behoeve van een derde’ kunt u een schenking doen aan uw 3 kleinkinderen zonder uw beschikbaar deel uit te putten en zonder dat de gelijkheid tussen de takken verbroken wordt. Sam zal in dat geval 100.000 euro inbrengen in uw nalatenschap terwijl Iris 50.000 euro zal inbrengen. Bij de verdeling van uw nalatenschap zal Iris aldus 50.000 euro meer ontvangen.
1 Sinds 1 september 2018 hebben uw kinderen steeds (samen) recht op de helft van de fictieve massa van uw nalatenschap in volle eigendom.
2 Dit zijn alle op het ogenblik van uw overlijden nagelaten goederen, verminderd met de schulden van de nalatenschap en verhoogd met alle tijdens het leven gedane - en desgevallend geïndexeerde of geherwaardeerde - schenkingen.
3 Soms ook ‘inbreng met generatiesprong’ genoemd.
Procedure en sanctie
De ‘inbreng ten behoeve van een derde’ is een door de wet uitdrukkelijk toegelaten erfovereenkomst, en kan gebeuren in de initiële schenkingsakte zelf of in een latere (punctuele) erfovereenkomst. Zij vereist uw toestemming, die van uw kleinkinderen en die van uw (overgeslagen) kind dat zich ertoe verbindt om de schenking aan zijn eigen kinderen later in te brengen in uw nalatenschap. De goederen die u aan uw kleinkinderen schenkt worden dan in de nalatenschap van uw kind behandeld alsof uw kleinkinderen deze goederen hebben verkregen van uw kind. M.a.w. uw kleinkinderen worden geacht de schenking van hun ouder te hebben verkregen (en niet van uzelf).
Door de ingrijpende gevolgen die de ‘inbreng ten behoeve van een derde’ met zich meebrengt heeft de wetgever een hele procedure en waarborgen uitgewerkt. De notaris speelt hierbij een centrale rol want deze erfovereenkomst moet verplicht in een notariële akte worden opgenomen. De notaris moet aan elke partij het ontwerp van de erfovereenkomst bezorgen minstens 15 dagen vóór een eerste inleidende vergadering waarin hij de inhoud en de gevolgen van de overeenkomst toelicht aan alle partijen. Hij moet dan uitdrukkelijk melden dat alle partijen een eigen raadsman of notaris mogen kiezen. Hierna geldt een wachtperiode van minstens één maand alvorens de eigenlijke ondertekening van de erfovereenkomst kan plaatsvinden. Dit heeft tot gevolg dat het onmogelijk is om een erfovereenkomst af te sluiten in extremis (d.w.z. in de laatste dagen of weken die uw overlijden voorafgaan). Na de ondertekening moet elke erfovereenkomst worden ingeschreven in het Centraal Register van Testamenten.
Elke erfovereenkomst die niet door de wet voorzien is en elke (toegelaten) erfovereenkomst die niet volgens de regels van de kunst is opgesteld, is absoluut nietig. Uw kinderen kunnen zich er dan niet op beroepen na uw overlijden, en iedere belanghebbende (ook de fiscale administratie) kan deze nietigheid inroepen.
Wat als u niets doet?
Uw erfenis kan ook rechtstreeks naar uw kleinkinderen vloeien wanneer uw kind uw nalatenschap verwerpt. In dat geval hoeft u dus helemaal niets te doen, maar deze aanpak heeft enkele nadelen:
- U heeft geen zekerheid dat uw erfenis naar uw kleinkinderen zal gaan want het is uw kind dat bij uw overlijden moet beslissen of hij uw nalatenschap al dan niet verwerpt ten voordele van zijn eigen kinderen (uw kleinkinderen).
- Uw kind dat verwerpt moet zijn volledig erfdeel verwerpen. Een gedeeltelijke verwerping is niet mogelijk. Hierdoor verliest dat kind elke controle op en de inkomsten uit zijn erfdeel.
- Wanneer uw kinderen zelf niet evenveel kinderen hebben, zullen uw kleinkinderen niet evenveel krijgen: de verdeling van het verworpen erfdeel gebeurt immers per familietak en niet per hoofd.
In dat opzicht kan een testament in het voordeel van uw kleinkinderen een oplossing bieden. Hou hierbij rekening met de reserve van uw kind(eren) en beperkt het erfdeel van uw kleinkinderen tot (maximaal) de helft van de fictieve massa van uw vermogen. Zoniet kunnen uw kinderen (of één van hen) de inkorting4 van het legaat vragen. Het testament biedt in dit kader trouwens nog een bijkomend voordeel. Aangezien kleinkinderen geen reservataire erfgenamen zijn, kunt u in het testament daarenboven voorzien in een beschermingsclausule waardoor zij niet onmiddellijk kunnen beschikken over het aan hen gelegateerde vermogen. Hun erfdeel dient dan gedurende een bepaalde periode (bijv. tot aan de leeftijd van 25 jaar) te worden beheerd door hun ouders.
4 Deze vordering tot inkorting is evenwel facultatief (uw kinderen zijn niet verplicht om hun reserve in te roepen), individueel (elk kind beslist alleen of hij/zij deze vordering instelt) en kan pas worden ingesteld na uw overlijden.
Fiscale implicaties
Op fiscaal vlak stelt zich de vraag of we hier te maken hebben met een dubbele schenking voor de toepassing van de schenk- en erfbelasting (Vlaams Gewest) dan wel van het schenkings- en successierecht (Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest). Het antwoord hierop is negatief. De dubbele schenking is louter een burgerrechtelijke fictie en heeft geen invloed op de fiscale behandeling van de schenking. Tussen uw kind en uw kleinkinderen gebeurt er geen eigenlijke schenking. Uw kind staat niets af. Hij verbindt er zich alleen toe om de schenking in te brengen in uw nalatenschap, en dan nog alleen indien hij uw nalatenschap aanvaardt. Voor de heffing van de schenkbelasting (schenkingsrecht) wordt enkel rekening gehouden met de reële schenking die uzelf doet aan uw kleinkinderen.
Dit betekent dat wanneer de schenkingsakte verleden wordt voor een Belgische notaris, deze akte verplicht geregistreerd zal worden en dat de schenkbelasting (het schenkingsrecht) van 3% (Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) of 3,3% (Waals Gewest) onmiddellijk opeisbaar is op deze schenking. Wanneer u daarentegen de schenkingsakte laat verlijden voor een buitenlandse (bijv. Nederlandse of Zwitserse) notaris en indien u in de 3 jaar volgend op de schenking zou overlijden zonder dat deze schenking geregistreerd werd, dan zijn uw kleinkinderen erfbelasting (successierecht) verschuldigd op de geschonken goederen.
Besluit
De techniek van de inbreng ten behoeve van een derde biedt duidelijke voordelen:
- U bent zeker dat de geschonken goederen naar uw kleinkinderen gaan, zonder dat u afhankelijk bent van de goodwill van uw kind.
- Het beschikbaar deel van uw nalatenschap blijft gevrijwaard voor eventuele andere schenkingen of legaten
- U kunt ervoor zorgen dat uw kleinkinderen evenveel krijgen (of dat uw ene kind evenveel krijgt als de kinderen van uw andere kind).
- Op fiscaal vlak wordt enkel rekening gehouden met de schenking aan uw kleinkinderen. Er is dus slechts éénmaal schenkbelasting (schenkingsrechten) verschuldigd.
Toch is ook waakzaamheid geboden. Uw kind kan ertoe gehouden zijn meer in te brengen in uw nalatenschap dan wat hij uiteindelijk van u krijgt. Als de schenking aan uw kleinkinderen uiteindelijk immers hoger uitvalt dan wat uw kind uit uw nalatenschap kan ontvangen, moet hij het verschil bijpassen. Daarom laat u zich voor dergelijke schenking best bijstaan door een specialist.