pexels-pixabay-56865 copy 1headerbubbels

Chant d'Éole - Belgische bubbels

  • 20 juni 2023
  • Inspired

Met de onderscheiding van beste bubbels ter wereld heeft Domaine du Chant d’Éole ons land internationaal op de wijnkaart gezet. Als CEO van het familiebedrijf kijkt Hubert Ewbank dan ook vol vertrouwen naar de toekomst. Een gesprek over langetermijndoelen, diversificatie en wijn als investering voor de volgende generaties.

Uw familie is al eeuwen actief in de landbouw. Hoe kwam u op het idee om een wijndomein te beginnen?

Hubert Ewbank: In 2010 werden we gecontacteerd door een wijnbouwfamilie uit de Champagnestreek die een bod deden op onze landbouwgrond. Omdat we niet wilden verkopen, stelden we een samenwerking voor. Het idee van een wijngaard sprak ons wel aan en zij hadden de nodige expertise. Na verloop van tijd hebben we hun aandelen weer overgenomen waardoor Domaine du Chant d’Éole vandaag honderd percent eigendom is van onze familie.

Na vijf jaar was de tijd rijp voor de lancering van de eerste flessen ‘Bulles Belges’. Waarom koos u voor deze benaming?

Hubert Ewbank: Ofschoon onze grond uit dezelfde krijtsteen bestaat als de Champagnestreek en we wijn maken volgens dezelfde traditionele methode als in de Champagne, mogen we de term Champagne niet gebruiken. En aangezien mousserende wijnen een pejoratieve bijklank hebben, bedachten we de term Bulles Belges.

Marie_Inspired_6_NEW 1bubbels2 (1)

Ondertussen is het aanbod verruimd met Elixir Saint George en Éole Belgian Spritz. U lanceerde ook een cosmeticalijn op basis van druivenpitten en moleculen onttrokken aan de wijnstokken en de wijn. Daarnaast organiseert u rondleidingen, heeft u een restaurant tussen de wijnranken, alsook verschillende seminariezalen en ruimtes om shows en spektakels te organiseren. Hoe belangrijk is deze diversificatie?

Hubert Ewbank: Het cosmeticamerk Maison Éole is het resultaat van een radicale koerswijziging van mijn echtgenote. Chant d’Éole is leverancier van de grondstoffen, maar verder runt ze haar eigen bedrijf. De andere activiteiten die u opsomt, vallen onder de noemer ‘wijntoerisme’. Dat was in de beginperiode niet alleen belangrijk voor onze naamsbekendheid, maar financieel ook levensnoodzakelijk omdat de eerste wijnoogst vijf jaar op zich liet wachten. Om deze periode te overbruggen, moesten we op zoek naar andere inkomsten en ik durf te stellen dat we daarin geslaagd zijn. In 2023 verwachten we een honderdduizendtal bezoekers en het zou mooi zijn als Maison Éole, in navolging van Caudalie in Frankrijk, op een dag een spa tussen de wijngaarden kan openen. Maar eerst moeten we consolideren en ons concentreren op de wijngaard.

Op de concours voor Beste Chardonnay van de Wereld in Frankrijk, de Internationale Trofee in Duitsland, alsook op de concours Mondial du Vin en andere internationale wedstrijden heeft Chant d’Éole goud gewonnen. Hoe belangrijk is die erkenning?

Hubert Ewbank: Voor ons zijn die onderscheidingen uitermate belangrijk. De mooiste overwinning was toch wel in Zwitserland waar we uit 260 champagnes en 500 cava’s, prosecco’s en crémants werden uitgeroepen tot het domein met de beste bubbels ter wereld. Het was niet alleen een kantelmoment voor Chant d’Éole, maar ook voor andere wijndomeinen in ons land omdat België voor het eerst werd erkend als een land dat grote wijnen produceert.

Chant dÉole 3
Chant dÉole 2

Heeft de klimaatverandering en het toenemend succes van Cold Climate wijnen ertoe bijgedragen dat België zich steeds meer als wijnland profileert?

Hubert Ewbank: Het is inderdaad een combinatie van factoren. Onze klimatologische omstandigheden zijn dezelfde als die van de Champagnestreek dertig jaar geleden. Anderzijds neemt de vraag naar wijnen uit het noorden toe omdat mensen de voorkeur geven aan frisse, lichtere wijnen die minder alcoholisch zijn dan de wijnen uit het zuiden.

Wat is de capaciteit van het domein en hoeveel flessen worden er in het buitenland verkocht?

Hubert Ewbank: Ofschoon ons domein 42 hectare groot is, kunnen we maximaal 200.000 flessen per jaar produceren omdat een deel van onze wijngaard nog niet volgroeid is. Hierdoor worden we geconfronteerd met lange wachtlijsten en zijn alle wijnjaren tot 2027 gereserveerd. Negentig percent van onze flessen worden verkocht in eigen land. De vraag uit het buitenland is groot, maar we geven bewust voorrang aan onze Belgische klanten. De resterende tien percent gaat naar sterrenrestaurants in Japan, Frankrijk, de Verenigde Staten, Saint-Barthélemy, Finland en Zweden. Wanneer de laatst geplante wijnstokken in 2029 volgroeid zijn, kunnen we 600.000 flessen produceren. Dat lijkt veel, maar dankzij de sterke reputatie van onze wijnen zal de vraag alleen maar toenemen. Ons objectief is dan ook een miljoen flessen te produceren tegen 2035.

Vorig jaar kondigde u een nieuw partnerschap aan met Barwal, een jong Waals bedrijf dat een lokaal alternatief biedt voor Franse eiken vaten. U hecht veel belang aan lokale productie?

Hubert Ewbank: Het is de eerste keer dat hout uit Wallonië wordt gebruikt om wijnvaten te maken. Op dit moment gebeurt de afwerking nog door een kuiperij in de Champagnestreek, maar het is de bedoeling dat deze activiteit op termijn naar Namen zal verhuizen. Ook voor ons restaurant en de uitbating van onze feestzaal streef ik zoveel mogelijk naar partnerschappen met bedrijven in de regio om de Belgische knowhow onder de aandacht te brengen.

Chant dÉole 2

Chant d’Éole is een familiebedrijf. Hoe verloopt de samenwerking?

Hubert Ewbank: De jongste broer van mijn vader is mijn bondgenoot in dit avontuur. Ik zie hem als de wijze man van de familie die me met raad en daad bijstaat. We hebben een heel goede verstandhouding en zijn erg complementair. Omdat het domein volledig in handen van onze familie is, kunnen we op lange termijn denken. Mijn nonkel heeft zes kleinkinderen en ik heb zelf ook drie kinderen. We zien Chant d’Éole dan ook als een investering in de volgende generaties. In 2010 zijn we gestart, maar we verwachten de eerste dividenden pas rond 2035. Het is mogelijk dat we nog in andere activiteiten zullen investeren met oog op diversificatie van ons wijnbouw- en landbouwbedrijf. Het is nu vooral de vraag hoe de volgende generatie zal samenwerken. Om ons daarop voor te bereiden, werken we aan een familiecharter zodat de toekomst verzekerd is. We zien de grond van onze voorvaders niet als een patrimonium dat kan verkocht worden dan wel als een erfenis die van de ene generatie op de andere wordt doorgegeven. Het grote verschil met de generaties die ons voorgingen, is dat de wijnhandel toch net iets opwindender is dan de verkoop van suikerbiet en graan. We zijn er dan ook zeker van dat de volgende generaties zich zullen amuseren en het domein verder zullen ontwikkelen.

Zin in nog een artikel? Ga naar het overzicht van Inspired volume 2