Delen Close-Up: Johan Liezen

  • 3 december 2022
  • Close-Up

Bij Delen Private Bank werken we samen in een kleine groep. Dat familiegevoel koesteren we: dichtbij, persoonlijk, altijd iemand om op terug te vallen en een groot vertrouwen in elkaar. 

In de serie Delen Close-Up laten we graag zien wie de zaak draaiende houden. Wat maakt ons werk bijzonder en hoe voegen we iedere dag opnieuw waarde toe voor onze klanten en collega’s?

Johan Liezen voelt zich financiële huisarts voor ondernemers in het noorden

220718 beelden Collegas NL_v26

Wat is er mooi aan werken in het noorden?

‘Ik woon in Wateren, midden in het natuurgebied het Drents-Friese Wold, een half uur bij ons kantoor in Heerenveen vandaan. Mijn werkgebied is vooral Drenthe en Groningen. Ik ben private banker, zelf noem ik het meer huisarts op financieel gebied voor ondernemers. Oorspronkelijk was ik financieel planner. Eigenlijk een generalist, maar vandaaruit kom ik tot een passende beleggingsoplossing. Ik kijk naar het hele plaatje: de privésituatie, de relatie met een holding, de werkmaatschappij en betrek ook estate planning erbij.

Mooi aan mijn werk vind ik dat je bij bedrijven over de vloer komt: van melkveebedrijf en akkerbouw tot techbedrijven. Je kijkt achter de voordeur. Hoe is die ondernemer zo succesvol geworden? In de loop der jaren ontwikkel je een band en wordt een beetje onderdeel van het familiebedrijf, zeker als je ook de kinderen gaat begeleiden. Het geeft voldoening als mensen je totaal in vertrouwen nemen. Als je oprechte interesse toont, dan zie je dat terug in de relatie.’

Woon je zelf graag in de stad of liever in de regio?

‘Dat is best een lastige keuze: voor wonen zeg ik de regio, maar ik kan de dynamiek van de stad ook waarderen. Ik ben geboren en getogen op het platteland en zit het liefst met mijn handen in de klei, of stook vuurtjes, bijna als een kleine jongen. Prachtig vind ik dat. Ik heb anderhalve hectare grond bij mijn huis, dat wordt voor een deel onderhouden door een lokale boer, maar verder doen we het zelf. Ik ben iedere keer verbaasd dat er zulke prachtige bedrijven in de regio zitten. Dat een Amerikaanse private-equitypartij investeert in een relatief klein bedrijf op het Groninger platteland, dat net de goede niche te pakken heeft.’

Delen is een familiebedrijf, hoe merk jij dat in de praktijk?

‘We staan met de bank voor een uitdaging: we worden groter en groeien relatief snel. Hoe bewaar je dan dat familiegevoel? Ook een kleine bank valt net zo goed onder alle wet- en regelgeving, dus er komen meer controlestappen en dergelijke. Daar zijn we zelf bij, om die sfeer vast te houden. Het familiegevoel binnen de bank vind ik hartstikke mooi, de lijnen zijn heel kort. In het kantoor in Heerenveen zijn we maar met z’n vieren. We hebben samen succes en als het tegenzit, helpen we elkaar. Wat ik bij Delen mooi vind, is dat meneer Jacques Delen nog iedere maandagochtend meedoet met de call voor commerciële mensen. Daaruit blijkt betrokkenheid van de familie zelf. Het is voor mij een verademing ten opzichte van grootbanken, waar intern veel politiek wordt bedreven. Dat voel ik hier niet.’

Hoe zag jouw financiële opvoeding eruit?

‘Wij moesten thuis wel echt werken voor dingen. Alles rond studie en sport betaalden mijn ouders, maar andere extra zaken niet. Ik heb het nooit als streng ervaren, eerst sparen en dan aanschaffen vond ik wel eens vervelend, maar uiteindelijk ben je daar blij mee. En nu prenten we het onze jongens zelf in. Onze zoons zijn nu 19 en 26 jaar oud, de oudste is al het huis uit. Ze werken in de horeca, hebben bijbaantjes en dat is goed.’

Ben jij in je dagelijks leven bezig met duurzaamheid?

‘Duurzaamheid is een issue, waar het in ons werk vroeger alleen een sociaal rendement gaf, zie je inmiddels ook financieel rendement. Dichterbij huis probeer ik het ook toe te passen. Wij wonen midden in het Drents-Friese Wold en zien gelijk wat het oplevert. We hebben net een forse verbouwing doorgevoerd, overal dubbel glas geplaatst en een hybride ketel aangeschaft. En we rijden allebei in een elektrische auto. Ik vind dat belangrijk, voor onze kinderen en eventuele kleinkinderen. Wij zijn uiteindelijk de generatie die die omwenteling tot stand moet brengen.’