headerMU2302

Video Marktupdate: Is de vertraging van de wereldeconomie goed nieuws?

  • 5 oktober 2023
  • Video

Na een kwakkelzomer waarin de beurzen dan weer wat hoger, en dan weer wat lager gingen, zijn we alweer gestart met het laatste kwartaal van het jaar. Het gros van de renteverhogingen ligt hopelijk achter ons en de wereldeconomie begint de eerste tekenen van afkoeling te vertonen – wat goed nieuws is, want dat betekent dat de inflatie afneemt. Maar de doelstelling van 2% inflatie, die lijkt nog wel ver weg.

De tekst van de video staat uitgeschreven onder het filmpje.

0:00
0:00

De kerninflatie daalt, maar is nog steeds te hoog

Ondanks de recente stijging van de olieprijzen daalt de algemene inflatie. En hetzelfde geldt voor de kerninflatie - de inflatie minus voedsel- en energieprijzen. Maar net die kerninflatie daalt minder snel dan de algemene inflatie, en dat vooral in Europa. De markten verwachten dan ook niet dat het streefniveau van 2% inflatie haalbaar is vóór 2025. En op de korte en middellange termijn lijkt 3% zelfs realistischer.

Centrale banken houden de arbeidsmarkt in het vizier

Zoals u intussen weet, bestrijden de Amerikaanse Federal Reserve en de Europese Centrale Bank de inflatie via renteverhogingen. Het doel van de renteverhogingen is de economieën te vertragen. We moeten dit jaar misschien nog rekening houden met één bijkomende renteverhoging. Renteverlagingen zouden volgens de markten pas ten vroegste voor midden 2024 zijn.

Vanwaar die aarzeling rond het verdere rentebeleid? Belangrijk voor de centrale banken zijn de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Een sterke arbeidsmarkt staat voor een gezonde economie (op zich al geen goed nieuws voor wie inflatie wil bestrijden), maar kan een loon-prijsspiraal op gang brengen. Want veel openstaande jobs en minder werkzoekenden gaan de lonen naar omhoog duwen, waardoor de hogere prijzen weer betaalbaar worden, wat zelfs verdere prijsstijgingen mogelijk maakt. En dat helpt de strijd tegen inflatie uiteraard helemaal niet. Ook de arbeidsmarkt moet dus afzwakken.

In de Verenigde Staten is er een lichte verzwakking merkbaar, maar toch blijft de arbeidsmarkt nog krap, en dat vooral in de dienstensector, die bijna 80% uitmaakt van de totale arbeidsmarkt in de VS. Komen daar dan nog elementen bij zoals de huidige staking bij drie grote Amerikaanse autofabrikanten, waar de werknemers loonsverhogingen van wel 40% eisen, en u begrijpt hoe ingewikkeld het is om het rentebeleid voor de volgende maanden correct in te schatten.

De economie koelt af

De renteverhogingen maken kredieten duurder, en dat weegt vandaag op de consumptie en de investeringen. De centraal bankiers zijn al maanden op zoek naar de juiste dosis renteverhogingen: niet te weinig, want dan daalt de inflatie onvoldoende, maar ook niet te veel, want dan dreigt een economische recessie. En de centrale banken willen net een zachte landing van de economie.

Het huidige rentebeleid lijkt momenteel aardig te lukken, en vooral de Amerikaanse economie houdt goed stand. Er spelen verschillende elementen mee:

  1. De sterke arbeidsmarkt waar we het zonet over hadden, want die houdt de vraag en de consumptie op een hoog peil.
  2. De bedrijven, die hun prijzen nog steeds makkelijk verhogen, waardoor ze hun winstmarges behouden – en dat is ook positief voor de beurzen. 
  3. Het duurt vaak wel enkele maanden vooraleer de renteverhogingen doorwerken op de economie en de werkgelegenheid.

 

Opgelet, want de economische situatie verschilt wel van regio tot regio.

  • In de Verenigde Staten is een zachte economische landing vrij waarschijnlijk.
  • Japan lijkt eindelijk verlost van zijn probleem van prijsdalingen of deflatie, en de economische situatie evolueert in positieve zin.
  • Maar in Europa daalt de inflatie niet snel genoeg, terwijl de eerste tekenen van recessie al opduiken, met name in Duitsland. Een milde recessie behoort hier dan ook zeker tot de mogelijkheden.
  • En dan is er China, waar de groei fors zal vertragen, en de vooruitzichten almaar naar beneden worden bijgesteld. Hier wegen de vastgoedcrisis en de hoge jeugdwerkloosheid op de consumptie, en valt nu ook de exportmotor uit als gevolg van de zwakkere groeicijfers in het Westen en de slechtere handelsbetrekkingen met de Verenigde Staten.

Al deze regionale verschillen worden uiteraard meegenomen in het beheer.

Voor de beurzen is slecht nieuws goed nieuws

Normaal gezien reageren beurzen enthousiast op sterke economische cijfers, maar vandaag is dat toch anders. Waar de markten nu vooral naar uitkijken, zijn lagere inflatiecijfers, waardoor de centrale banken eindelijk kunnen relaxen. En dat lukt alleen maar als de economie voldoende vertraagt.

Het vooruitzicht van lagere – of minstens gelijkblijvende – rentes gaf zowel aandelen als obligaties sinds het begin van dit jaar telkens opnieuw zuurstof.

De aandelenindices schommelen tussen 4% en 15%. De techrijke S&P 500 (+15%) surfte mee op het enthousiasme rond AI en de productiviteitswinst die het kan genereren. Japan zette een behoorlijke prestatie neer (Topix +12%), onder andere dankzij zijn de veelbelovende robotica- en automatiseringsbedrijven. De Europese beurs moest het met veel minder stellen (Europe Stoxx 600 +8%), omdat de index minder technologische en meer industriële bedrijven bevat, en daardoor gevoeliger is voor een economische afkoeling. Onderaan de ranglijst bengelen de opkomende markten (MSCI Emerging Markets +5%), die lijden onder de zwakke de Chinese economie.

Beleggers in bedrijfsobligaties hebben er dit jaar maar een vrij mager jaar op zitten, omwille van de te hoge inflatiecijfers en het strenge rentebeleid van de centrale banken dat daarop volgde. Maar het goede nieuws is dat geen al te grote renteverhogingen meer verwacht worden. En vooral: obligaties bieden vandaag opnieuw aantrekkelijke rendementen.

Conclusie

De onzekerheden aan het begin van 2023 klaren langzaam maar zeker uit: de stijging van de rente loopt ten einde en het gevoerde strenge beleid van de centrale banken is intussen voelbaar in de reële economie. De inflatie blijft een zorg, maar ook daar zit beterschap aan te komen nu de economieën een versnelling lager zijn geschakeld. Maar de komende maanden zal het moeilijke evenwicht tussen rentebeleid, inflatie en economische vertraging de beurzen in de ban blijven houden.

Macro-economische ontwikkelingen en moeilijk voorspelbare geopolitieke factoren kunnen altijd voor opschudding zorgen en moeten dus nauwkeurig worden opgevolgd. Voor onze fondsenbeheerders blijft daarom een voorzichtige houding, een optimale spreiding en een strikt risicobeheer nog steeds en gewoontegetrouw aan de orde.